De gemeente Borne heeft in 2019 een verlies van vier miljoen moeten neerschrijven. De verwachting is bovendien dat ook het lopende jaar een miljoenentekort zal laten zien. Dit betekent dat er ingrijpende maatregelen genomen moeten gaan worden om het hoofd boven water te houden. Het Borns Onderzoek Platform (BOP) probeert in aanloop naar de ongetwijfeld vele overlegrondes die nog zullen volgen de vinger op de zere plek te leggen door diep in de cijfers te duiken, experts te raadplegen en vergelijkingen te maken met soortgelijke gemeenten. Vandaag deel 3: een verkenning van de cijfers in de achterliggende jaren, waar mogelijk aangevuld met conclusies en aanbevelingen.
Voor deze verkenning, die zich richtte op de jaarrekeningen 2017 t/m 2019, de meerjarenbegroting 2020-2023 én de accountantsverslagen, maakte het BOP-team gebruik van de expertise van Jan Badenhop, jarenlang werkzaam geweest bij Deloitte en daarna zelfstandig verder gegaan binnen Blinq, én Nico Busger op Vollenbroek, destijds financieel adviseur voor het college van bestuur van de Universiteit Twente en onder andere belast met de begrotingszaken.
‘Te weinig begrotingsdiscipline’
Volgens het onderzoeksteam leveren al deze gegevens een beeld op van een sterk verslechterende financiële positie, waarin de begrotingen tekorten laten zien die gedekt worden door onttrekkingen aan reserves. De realisatie pakt nog slechter uit: ook de werkelijke tekorten moeten uit de reserves worden gedekt. De grote afwijkingen tussen realisatie en geactualiseerde begrotingen laten zien dat er te weinig begrotingsdiscipline is. Verder is de gemeente tot 2020 niet in staat gebleken aan de rechtmatigheidseisen te voldoen. Ook de aanbevelingen voor door te voeren verbeteringen bleven liggen. En bovendien lijken de doorgevoerde bezuinigingen in een aantal gevallen in strijd met de ontwikkeling van de werkelijkheid.
Harde conclusies. De onderzoekers pleiten er dan ook voor om de door de accountant voorgestelde maatregelen versneld door te voeren en nader onderzoek te doen naar de hardheid en onderbouwing van de voorgestelde bezuinigingen. Bovendien is het wenselijk een vast format van baten en lasten per hoofdtaakveld te gebruiken zoals door het ministerie van Binnenlandse Zaken voorgeschreven, waarbij incidentele baten en lasten en reserves afzonderlijk zichtbaar moeten zijn. Het vergroot de transparantie en versterkt de mogelijkheid van sturing door de raad. Nu werkt de gemeente bij de meerjarenbegroting met een overzicht van saldi per programma en dat is zeer ondoorzichtig.
Oorzaken
Inzoomend op de afgelopen jaren blijken er diverse oorzaken aan de ontsporing ten grondslag te liggen. Zo zijn onder ‘Fysieke bedrijfsinfrastructuur’ in 2018 1,4 miljoen (en in 2019 0,5 miljoen) baten verantwoord. Vermoedelijk uit grondexploitatie van bedrijventerreinen. Dit lijken incidentele baten te zijn, want per saldo zijn er lasten geraamd. Om dit te kunnen nagaan ontbreekt nu nog de nodige informatie. Verder maakt het aandeel ‘Sociaal domein’ inmiddels de helft van de totale uitgaven uit. De werkelijke kosten liggen elk jaar hoger dan in de begroting voorzien. De grondverkopen zijn in 2019 ingestort en hebben daarmee voor circa 1 miljoen een nadelig effect op het resultaat. “Overigens wordt op dit onderdeel niet erg realistisch begroot”, aldus de onderzoekers. Ook de accountant laat zich kritisch uit over de kwaliteit van de grondexploitaties.
De post ‘overhead’ ten slotte vertoont structureel een forse overschrijding, elk jaar zo’n 0,6 miljoen. In 2019 werd deze post nog eens verhoogd met 0,5 miljoen vanwege een verplichte aanpassing van de voorziening voor pensioenen van wethouders. Opvallend is ook de hoge inhuur. In 2019 werden er voor 3,6 miljoen externe bureaus en medewerkers ingevlogen.
Ook de accountant is niet mals in zijn oordeel. Naast de opmerkingen over rechtmatigheid worden in het Sociaal domein onzekerheden geconstateerd, terwijl de gemeente geen aanvullende controles uitvoert. Verder benoemt hij onder meer dat de verbeteringen voor de ‘Basis op orde’ niet voortvarend worden opgepakt, dat er al twee jaar forse overschrijdingen zijn op investeringskredieten en dat de nadelige saldi explosief groeien. Het eigen vermogen is in drie jaar tijd met 7,5 miljoen afgenomen. Samenvattend: te weinig begrotingsdiscipline, geconstateerde problemen zijn niet of niet voldoende opgepakt en door de grote tekorten slinkt de reservepositie snel, waardoor de gemeente in de problemen komt.
De jaren 2020-2023
Als we de focus ten slotte richten op de komende jaren, dan blijkt er in de meerjarenbegroting 2020-2023 een aantal ombuigingen verwerkt. Opvallend daarin zijn de forse bezuinigingen, waarvan de hardheid nader onderzocht zou moeten worden. Daarnaast is er een groot bedrag uitgetrokken voor (waarschijnlijk) nieuw beleid. Per saldo komt de gemeente over de gehele periode tot 2024 nog steeds 2 miljoen tekort. Echter, rekening houdend met de verhoging OZB wordt het tekort omgezet in een verwacht voordelig saldo. De verwachte meeropbrengst is groter dan het tekort van 2 miljoen.
In een reactie op onze bevindingen gaf Arno Spekschoor, wethouder Financiën, BOP de complimenten voor het uitzoekwerk en zegt de conclusies in grote lijnen te kunnen onderschrijven. Ook volgens Spekschoor is er op verschillende terreinen 'veel werk aan de winkel'.
Volgende week gaat het college nader in gesprek met de gemeenteraad over maatregelen die genomen moeten worden om de financiële situatie beter in balans te krijgen. De verwachting is dat er ingrijpende keuzes gemaakt zullen worden om het schip te keren.
Een uitvoerige verslaglegging vindt u in onze special BOP-onderzoek.
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.