Het is geen doorsnee vrijdagmorgen bij De Ster. Op de stoep staat een tot mobiel laboratorium omgebouwde camper van de Universiteit Twente en binnen zijn vier testers in gesprek met evenzovele medewerkers van het lunchcafé. Onderwerp van dit alles is de nieuwe corona app die op initiatief van minister Hugo de Jonge is ontwikkeld. Kortgeleden werd Twente als landelijk testgebied aangewezen en het is de UT die nu met stoom en kokend water moet onderzoeken of de app aan alle voorwaarden voldoet om binnen afzienbare tijd landelijk te kunnen worden uitgerold.
Jan-Willem van ’t Klooster, in het dagelijks leven afdelingsmanager BMS Lab van de UT, leidt de testfase en is als zodanig ook op deze ochtend in Borne actief. “Onze taak is de app te testen op bruikbaarheid. Daarvoor is een aantal categorieën uit onze samenleving geselecteerd en zo kwamen we ook uit bij de medewerkers van De Ster”, vertelt hij. De app is een bèta-versie en dat betekent dat er voortdurend aanpassingen en doorontwikkelingen kunnen worden gedaan.
Moeilijk taalgebruik
“Uit de testen wordt heel veel duidelijk. Uiteraard kunnen we nog geen eindconclusies melden, maar wel blijkt nu al dat het taalgebruik soms te moeilijk is waardoor mensen niet alles lezen en te snel afhaken”, aldus Van ’t Klooster. Dit soort gegevens komen uit de visabilitytest die in het mobiele lab worden gedaan. Maar tegelijk maakt het onderzoek duidelijk dat de app heel compleet is en dat de privacybedenkingen in de praktijk reuze meevallen. Ook zijn de verschillen in beleving van de app tussen hoog- en laagopgeleiden opvallend. Daarmee wordt volgens hem nu al duidelijk dat de communicatie over het gebruik van de nieuwe app straks, als ‘ie eenmaal landelijk wordt vrijgegeven, van doorslaggevend belang zal zijn voor het succes ervan.
Ralf en Marit (foto boven) hebben hun test ondertussen afgerond. “Het viel allemaal wel mee”, zegt Marit. “Je wordt zogenaamd door de GGD gebeld als je positief blijkt te zijn en moet dan een aantal dingen doen in je app.” Ralf staat er een beetje dubbel in. “Ik vond het wel heel interessant, maar eigenlijk heb ik wel genoeg van corona en wil ik er niets meer mee te maken hebben.”
Uitdagend project voor de onderzoekers
Joris van Gend is één van de teamleden die de medewerkers van De Ster deze ochtend in de bus door het testproces leidt. “We zijn benieuwd naar de beleving van de app, of de informatie helder en duidelijk is en waar ze naar kijken en op letten. Bovendien willen we weten hoe de diverse testgroepen aankijken tegen de noodzaak van de corona app, zowel voor het testen als erna.” De bijna afgestudeerde student Communicatiewetenschappen en Business Administration vindt het een eer om aan het project mee te mogen werken. “Zelf vind ik de app bijzonder nuttig. Dat je daar aan mag bijdragen is gewoon geweldig!”
Voor Van ’t Klooster en de zijnen is het onderzoek een mooie uitdaging. Met een team van zo’n tien onderzoekers, testers en hoogleraren werken ze dag én nacht om de resultaten op hele korte termijn in kaart te krijgen. “Dit is high tech combineren met human touch, precies wat we bij de UT nastreven, dus een kolfje naar onze hand. Een prestigeproject ook, en het is mooi dat wij hier in Twente en als UT onze bijdrage mogen leveren.” Ergens in juli moet het besluit vallen of de app aan alle verwachtingen voldoet en landelijk kan worden uitgerold. (AJ/BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.