Dromen over drones

Terwijl op 2 januari menigeen het arbeidsritme na de feestdagen weer oppakt, genieten de kinderen nog van hun kerstvakantie. Een reden voor de Bibliotheek Borne om in samenwerking met Tetem een workshop programmeren en besturen van drones voor kinderen te organiseren.

Spelenderwijs programmeren

Tetem is een organisatie, gehuisvest in Enschede, die zich onder andere richt op het aanbieden van cultuuronderwijs, zodat kinderen en jongeren zich kunnen ontwikkelen tot creatieve en kritische volwassenen die klaar zijn voor de uitdagingen van de twintigste eeuw. Ilse Meijerink is beeldend kunstenaar en als docent verbonden aan Tetem. “Spelenderwijs programmeren is belangrijk voor de wijze van denken. Bij elk stapje dat wordt genomen moet je doordenken. Als je de drone geen opdracht geeft om te landen blijft hij in de lucht zweven,” legt Meijerink uit. Rachel Martens, bio-medisch technoloog, assisteert als vrijwilligster deze ochtend de kinderen van 8, 9 en 10 jaar. ’s Middags zijn de jongeren van 11 en 12 jaar welkom.

Mathilde Zoetebier, medewerkster van de bibliotheek, vertelt vol trots dat het lukt om in iedere schoolvakantie high tech workshops voor de kinderen aan te bieden. Ze ziet dat er steeds meer kinderen door hun ouders worden opgegeven. Waarom? “Het is zo belangrijk om de kinderen al in een vroeg stadium met techniek en nieuwe ontwikkelingen kennis te laten maken.” Annemarie, moeder van twee deelnemende zoontjes, beaamt dit. “Ik wil mijn zoons kennis laten maken met programmeren. Ook kunnen zij eens een keer spelen met drones. En wat is het fijn dat de bibliotheek dit in de kerstvakantie voor de kinderen organiseert.”

Rode oortjes

En óf de jeugdigen dit leuk vinden! Veertien paar rode oortjes zitten ademloos te luisteren naar de uitleg van Ilse. Een kort filmpje illustreert het gebruik van de tablets. En dan in kleine groepjes programmeren. De drie meisjes trekken al snel met elkaar op. Robin, Even en Puck volgen voorzichtig en serieus de instructies op. “Ja, het is wel heel leuk!” Puck wil zelf wel een drone hebben. Terwijl de anderen bedenkelijk kijken. “Het is wel leuk, maar voor één keertje. En dan ligt het daarna ongebruikt.” Waarschijnlijk een wijze les van haar ouders. Deze drone, een Parrot Mambo, kost zonder tablet al gauw 170 euro.

Even verder stoeien jongens met de vliegende apparaten. Zodanig dat hier en daar een exemplaar in de gordijnen op het podium van de grote zaal in het Kulturhus verdwijnt. Casper swipet snel met z’n vinger over het scherm van de tablet. “De flips vind ik het leukst.” De drone vliegt over de kop en landt bovenop een andere. “Ik zou er ook wel één willen hebben.” Terwijl de ouders op de tribune hun enthousiaste kroost gadeslaan wordt er een ‘slotoptreden’ voorbereid. De dames van Tetem leggen uit: “Je kunt in plaats van vuurwerk ook drones de lucht in sturen”.

De kinderen kijken naar een filmpje waar vele lichtgevende drones tegelijkertijd in de lucht figuren schrijven. Geïnspireerd pakken de acht- tot tienjarigen de vijf drones op. En even later zien de ouders dat de jeugd in anderhalf uur heeft leren samenwerken, programmeren en besturen. Vijf drones vliegen met elkaar hetzelfde patroon boven hun hoofd zonder in de gordijnen te vliegen. “En hoe vonden jullie het vanochtend?”, vraagt Meijerink. “Een 10+++!”, klinkt het zonder aarzeling uit de jongenshoek. (YD)