"Een koe moet frissigheid hebben. Wat dat betreft zijn het net mensen”, redeneert boer Richard Blenke die samen met zijn vrouw een melkveebedrijf runt in het buitengebied van Hertme. Richard is de derde generatie en bewoont de uit 1919 stammende boerderij waar ook opa Blenke bijna 100 jaar geleden al met koeien zijn brood verdiende. De huidige warmte en vooral ook droogte maken het hem er niet makkelijker op. “Maar ja, klagen heeft geen zin. Dat is nu eenmaal de wet van de natuur”, zo zegt hij.
Even onder de douche
Een gesprek met Blenke maakt al heel snel duidelijk dat hij gek is met zijn vee. “Ik heb nu zo’n 150 melkkoeien en 100 stuks jongvee. Kijk, het hele spul staat op stal. Mooier kunnen ze het niet krijgen.” De koeien staan onder een geïsoleerd dak, waaronder vijftien grote ventilatoren hun werk doen. Het is er hooguit een graad of twintig.
“We voeren de koeien twee keer daags. En ook dat moet fris en fruitig zijn. Er is voldoende water en straks, rond een uur of zes, gaan alle koeien even onder de douche. Ja echt, het zijn net mensen. Dagelijks smeren we ze in met een insecticide en zie, in de hele stal is geen vlieg te bekennen. We doen er echt alles aan om onze koeien met dit weer in de benen te houden. Vanavond om 22.00 uur, als het buiten wat koeler is, gaan ze naar buiten. Morgenvroeg om 06.00 uur halen we ze weer naar binnen.”
Geel gras en onvolgroeide mais
Maar het zijn niet alleen de koeien die Blenke zorgen baren. De droogte van de afgelopen periode betekent ook dat zijn grasopbrengst de helft minder is dan vorig jaar. “Ik mis zeker twee sneden en de grasgroei staat stil. Als het allemaal meezit, hebben we eind september op zijn vroegst weer een goede snede. Dus reken maar uit.”
Hetzelfde probleem doet zich voor op zijn maisveld. “De opbrengst hier is dit jaar ruim 25 procent minder. Door het tekort aan vocht is er geen of een minder goede kolfvulling. Het mais zit in de stress”, aldus de boer en hij toont stengels waaraan soms drie à vier onvolgroeide kolven zitten, een ongebruikelijk verschijnsel.
Boerenwijsheid
“Ik heb het geluk dat ik de mais al vóór 20 april heb gezaaid, dus haal ik er dit jaar toch nog iets vanaf. En we hebben de mazzel dat de opbrengst vorig jaar extreem goed was. Ruim vijftig procent boven het gemiddelde, dus gelukkig hebben we nu nog wat vet op de botten. Wat dat betreft zag ik dit vorig jaar al wel aankomen. Het is altijd zo dat er na een heel goede opbrengst óf een heel koude winter óf een heel warme zomer volgt. Noem het maar boerenwijsheid,” glimlacht Blenke.
Toch zit de hardwerkende boer (nog) niet in zak en as. “Het is nu eenmaal niet anders. Klagen heeft geen zin. Je kunt je er niet voor verzekeren, het is gewoon een bedrijfsrisico. Het belangrijkste nu is de zorg voor onze koeien. We moeten die hittestress bij de beesten voorkomen, want dat betekent een verlaging van het vetgehalte, minder productie, een verlaagde vruchtbaarheid en meer kans op ontstekingen. En vergeet niet dat hoge productiekoeien - zoals wij die hebben -ruim 200 liter water per dag drinken. Dat móet gewoon doorgaan.”
Infectierisico’s
De wispelturigheid van de natuur kan Blenke makkelijker accepteren dan die van de overheid. “Neem de nieuwe fosfaatrechtenregeling die onze productie aan banden legt, of de adviezen om bomen in het weiland te plaatsen. De koeien zouden dan mooi in de schaduw kunnen staan. Maar ze realiseren zich niet dat de koeien ook veelal in hun eigen mest staan en liggen, met alle infectierisico’s van dien.”
Ondanks de extreme omstandigheden van de laatste tijd blijft Richard Blenke dus een optimistische boer. “Uit ervaring weet ik dat de natuur zich snel kan herstellen, dat is nu eenmaal haar kracht. En daar vertrouw ik dan maar op. Het zal allemaal wel weer goed komen. En eerlijk gezegd kan ik ook wel genieten van de lange zomeravonden. Zeg nou zelf, dat is toch beter dan dat het hele dagen regent?” (AJ/BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.