Er is inmiddels veel gezegd en geschreven over de mogelijke komst van ettelijke honderden varkens naar de Oude Bieffel 17, ergens tussen de wijkrand van de Stroom-Esch en de Rondweg naar Zenderen. En zoals het zich laat aanzien is het laatste stadium van de inmiddels drie jaar lang lopende procedure over het wel of niet verlenen van de vergunning nog steeds niet in zicht. De gemeente Borne, grondeigenaar Robert Kuiphuis en de kersverse buren van laatstgenoemde, lijken allemaal hun hakken in het zand te zetten en het toekomstige lot nu in handen te leggen van de Raad van State.
Vooral tegenstanders
Tot op heden roerden vooral de tegenstanders van de varkensstal zich en zochten deze de pers op. Stankoverlast, een hels kabaal en een waardevermindering van de nieuwe woningen op de Bornse Flieren zijn enkele van hun steeds opnieuw klinkende bezwaren. De stem van de varkenshouder, om wie het allemaal draait, Bornenaar Robert Kuiphuis, is in alle publicaties niet te horen. BorneBoeit zocht hem op, benieuwd naar zijn kant van het complexe verhaal.
“Zelf ben ik sinds 2014 eigenaar van dit perceel”, zo begint hij zijn relaas. “Ik heb het toen gekocht van Frans van Schoot, die niet veel met varkens op had. Ik wel, mijn ouders hebben altijd een varkenshouderij in Tilligte gehad en zelf verleen ik agrarisch-bedrijfskundige adviezen voor tal van boeren in de wijde omgeving. Bovendien ben ik nog een aantal jaren voorlichter geweest van de varkenshouderij. En ja, in dit perceel zag ik een droom werkelijkheid worden. Een eigen varkenshouderij die ik kan op- en uitbouwen en klaarmaken voor mijn nu nog studerende zoon, die later ook wil boeren.”
‘Landbouw is de drager’
Tijdens het gesprek vertelt Kuiphuis dat het perceel eigenlijk al vanaf de jaren zeventig een vergunning had voor het houden van varkens. Buiten het jaar dat de toenmalige eigenaar Ten Dam er tussenuit ging wegens ziekte, werden er al die jaren varkens gehouden. Volgens Kuiphuis zonder dat er ooit klachten uit de buurt kwamen.
Als Van Schoot vervolgens het perceel koopt en een bouwvergunning aanvraagt voor een moderne stal, zou hij van het college van Burgemeester en Wethouders te horen hebben gekregen dat het geen intensieve veehouderij meer is, maar dat de gemeente bereid is hiervoor een ontheffing te verlenen. “Landbouw is immers de drager van de Groene Poort”, aldus het college. Aanvankelijk probeert Van Schoot de stal te slopen om elders te kunnen bouwen in het kader van de regeling ‘rood voor rood’. De deal gaat uiteindelijk niet door en het perceel wordt verkocht aan Kuiphuis, die een gewijzigde vergunning aanvraagt voor het houden van zo'n 1.000 vleesvarkens.
Maar de vergunning komt er niet. Bezwaren van de omgeving die alleen maar aanzwellen (“Tja, de burger wordt nu eenmaal steeds mondiger, terwijl de grote meerderheid zwijgt”, aldus Kuiphuis) en een plotselinge ommezwaai van de Raad van State maakt dat de veehouder zijn plannen herziet. Van een vergunningsaanvraag voor mogelijk 1.000 varkens gaat hij terug naar 500 varkens, maar dan biologisch. “Een groeimarkt, jaarlijks kent deze sector ruim 20% groei”, klinkt het optimistisch. Volgens Kuiphuis is er veel onbegrip over de biologische varkenshouderij. “Door mijn werk heb ik de laatste jaren steeds meer waardering gekregen voor de biologische manier van varkens houden en hoe de boeren met de dieren omgaan. Ik zou zeggen, ga eens kijken in Bornerbroek waar een biologische varkenshouderij vlak aan de weg zit of kom met mij praten over wat precies de bedoeling is.”
Allemaal geklets
De aanvraag voor de vergunning voor 500 biologische varkens wordt door de gemeente afgewezen. Het lijkt erop dat een aantal van 300 volgens de gemeente wel binnen het bestemmingsplan zou passen. Er steekt heftig onweer op in de buurt. Iedereen lijkt zich opeens met de plannen te bemoeien.
“De wijkvereniging mengt zich in het debat en de gemeenteraad stelt vragen of doet oneigenlijke voorstellen. Borne-Nu bijvoorbeeld roept dat het misschien verstandig is dat de gemeente het perceel maar koopt, om daarmee de problemen te verhelpen, maar dat kan natuurlijk helemaal niet. De gemeente kán helemaal geen grond kopen. Allemaal geklets dus. Laat de partij, maar ook de wijkvereniging eens naar mij toekomen, mijn verhaal aanhoren! Ik heb ze tot op de dag van vandaag niet gezien... Niemand!”
En toch is Kuiphuis de man er niet naar om nu uitgeteld in de touwen te hangen. Integendeel. “Ik slaap er goed om hoor. Natuurlijk, je bent er voortdurend mee bezig en zeker in de beginperiode dacht ik weleens ‘waar ben ik aan begonnen’. Maar ik ken dit metier, heb er ook in mijn dagelijkse adviespraktijk vaker mee van doen en ben overtuigd van een goede afloop. Alleen jammer dat het allemaal zo lang moet duren.
Jonge paarden
Ook de plannen van zijn kersverse buren die een trainingsstal voor jonge paarden willen opzetten, lopen door alle rumoer vertraging op. “Tot op heden is het niet duidelijk wat de overheid wil: of er op dit perceel twee agrarische bedrijven mogelijk zijn of één. En omdat zowel zij als ik op hetzelfde bouwblok zitten, moet men nu niet raar opkijken dat ik vooralsnog een stokje steek voor hun vergunningsaanvraag. Want daarmee zou ik mijn eigen toekomst hier weleens de das kunnen omdoen.”
En ook daar komt de publieke opinie weer om de hoek kijken, want paarden zijn nu eenmaal een stuk aaibaarder dan ‘stinkende’ varkens. “Al met al”, besluit de veehouder, “wordt er echt met twee maten gemeten. Je voelt aan alles dat men meewerkt met de plannen van de buren, maar mij aan alle kanten tegenwerkt. Ja, ik voel me verongelijkt, het spel wordt niet eerlijk gespeeld. Ik heb nog geen enkele politieke partij op de stoep gehad die zich ook eens door mij wil laten informeren. Dat is teleurstellend en het voelt pijnlijk. Maar ik geef niet op. Ik weet, ook door mijn adviseurs, dat ik in mijn recht sta. Al duurt het langer dan gehoopt. De tijd zal het leren…" (AJ/BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.