Ambassadeurs voor de burgertop

Over een kleine twee maanden vindt de eerste burgertop G1000 in Borne plaats. Op 20 mei gaan burgers met elkaar in gesprek, zullen naar verwachting met allerlei initiatieven komen en nemen dan als het ware de regie in handen. Burgerparticipatie in optima forma, een nieuwe vorm van democratie, het idealisme is groot, de verwachtingen zijn hoog gespannen. De G1000 Borne is de veertiende bijeenkomst die volgens het G1000-concept wordt gehouden. Maar hoe bereik je alle burgers en voorkom je dat alleen de ‘usual suspects’, komen meepraten? Dat was de vraag die centraal stond tijdens de bijeenkomst donderdagavond in het gebouw van de Bornse Harmonie.

Uitgenodigd waren organisaties, verenigingen en instellingen met een groot netwerk. Zo’n 45 mensen kregen uitgelegd hoe een G1000 precies werkt en gingen volgens die systematiek met elkaar in gesprek. Hoe kun je bijdragen aan het succes van de burgertop en hoe enthousiasmeer je de moeilijk bereikbare groepen, zoals jongeren en laagopgeleiden? Dat waren de vragen die voorlagen. Na afloop gingen de deelnemers met nieuwe inzichten en concrete plannen naar huis.

‘Zeer tevreden’

Ton Remmers, initiatiefnemer van de Bornse G1000 is zeer tevreden over de opkomst en het verloop van de avond. “De bereidbaarheid om zich in te zetten is heel breed gebleken”, vertelt hij in een bijna jubelstemming. “Ze begrijpen het nu en snappen ook hoe het allemaal werkt. Mensen waren ontzettend enthousiast. Ik heb geen negatieve reacties gehad. Wel wat gezonde scepsis. Dat er vooraf geen agenda is vinden de meeste vergadertijgers eng. Je weet niet wat er uit gaat komen.”

Remmers is blij met de positieve reacties en de concrete plannen om anderen te benaderen en te overtuigen van het nut van een burgertop. De doelstelling van de avond was ambassadeurs te vinden en in die opzet lijkt de avond te zijn geslaagd.

‘Politiek moet aan de zijlijn blijven’

Bert Oude Lansink, gemeenteraadslid voor het CDA, is na afloop van de bijeenkomst inderdaad bijzonder enthousiast. “Ik vind het een uitstekend initiatief en heel interessant hoe zo’n proces zich ontwikkelt. Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen. Laat natuurlijk wel onverlet dat je realistisch moet zijn en dat je je al gelukkig mag prijzen als er op de 7.000 uitnodigingen zo’n drie- à vierhonderd mensen positief reageren. Mensen moeten er immers wel hun vrije dag voor opofferen.”

Over zijn rol als politicus binnen deze burgertop is Oude Lansink helder. “Ik zit hier vanavond als ondernemer en als inwoner van Borne. Vind ook dat de politiek zich er vooralsnog helemaal niet mee moet bemoeien. Laten we als gemeente maar even aan de zijlijn blijven. Kijken welke kant het uiteindelijk uitgaat. Uiteraard moet de politiek er wel bij betrokken zijn; sterker, ik denk dat we er op termijn ons voordeel mee kunnen doen. Ja, ik vond het een mooie en zinvolle avond. Heb toch weer nieuwe mensen ontmoet en over hun ervaringen en beleving kunnen horen,” aldus Oude Lansink.

‘Politiek moet zich uitspreken’

Liesbeth Hassink, directeur Bussemakerhuis, is ook al enthousiast, maar heeft toch wel de nodige reserves. Terugkijkend op de avond zegt ze: “Alhoewel ik vanavond heel blanco naar binnen stapte, ga ik uiteindelijk heel enthousiast weer naar huis. Ik vind het mooi om te zien hoe ideeën via burgerinitiatieven uiteindelijk tot beleid en uitvoering kunnen uitgroeien. Maar ik ben sceptisch. De tijd is kort. Vanavond moet alles nog bij deze groep landen en dan resten er nog slechts ruim anderhalve maand tot 20 mei.”

De rol van de gemeente in het G1000 proces ziet de museumdirecteur iets anders dan de CDA-politicus. “Kijk”, zegt ze, “we kunnen alles wel willen, maar de vraag blijft ‘Hoe pakt de gemeente dit op? Doen ze er iets mee of nemen ze het allemaal voor kennisgeving aan en gaan ze vervolgens over tot de orde van de dag? Opvallend vond ik dat er vanavond geen wethouders aanwezig waren, wel een aantal afgevaardigden van de politieke partijen. De gemeente moet zich uitspreken. Ze moeten hun committment over de G1000 overbrengen naar de burgers op wie op 20 mei een appel wordt gedaan. Dat schept vertrouwen. Want hoe je het ook wendt of keert: je hebt ze gemeente nodig. Dus enthousiast? Ja, maar wel met vraagtekens”, besluit Hassink.

‘Sceptisch maar niet negatief’

Miriam Oude Wolbers, secretaris van ondernemersvereniging BBO, zegt vooraf best de nodige bedenkingen gehad te hebben. “Ik ging er een beetje heen met ‘wat moet je toch met al die dingen?’, Is dit nou niet iets wat opgenomen kan worden in MijnBorne2030? (het burgerparticipatietraject uit 2011, red) Toen waren er ook veel goede ideeën, waar verder geen gevolg aan gegeven is en zo zakt het weg. Waarom maak je geen combinatie?”

Ze was echter onder de indruk van het verhaal dat Harm van Dijk, de initiatiefnemer van de G1000 in Amersfoort, aan het begin van de avond vertelde. In Amersfoort bleek drie jaar geleden meer dan de helft van de zeer vele belangstellenden uiteindelijk te bestaan uit burgers die niet eerder waren betrokken bij initiatieven in de stad. “Het zou fantastisch zijn als zoveel mensen ook in Borne iets oppakken.” Of dat ook gaat lukken, durft ze niet te voorspellen. “Ik ben wel sceptisch, maar ik wil best m’n steentje bijdragen en ga er mee aan de slag.”

Half april krijgen 7000 Bornenaren, door loting geselecteerd, een uitnodiging om deel te nemen aan de G1000 Borne. (AJ)

Meer over de G1000Borne