Klederdracht wordt niet veel meer gedragen. Ook de dames Hendrikje Faber-De Boer (links) en mevrouw Hendrikje De Boer-De Lange (rechts) dragen het niet meer in het dagelijkse leven. Ze zijn normaal gesproken in `burger.` Bij bijzondere gelegenheden en bij lezingen verschijnen zij in vol ornaat.
Ter gelegenheid van de tentoonstelling van Gertie Bijkerk, zij laat ook kunstwerken gebaseerd op de kraplap zien, geven beide dames in vol ornaat een lezing over hun kleding. Liesbeth Hassink verwelkomt hen.
Kinderen van baby tot 13 jaar
Als baby’s geboren zijn, worden zij mooi aangekleed in kleine jakjes en min of meer gebakerd in een groene wollen deken, gevoerd met mooi, kleurrijk katoen. Ze krijgen een gevoerd babymutsje op en ze krijgen een omslagdoek om: de jongetjes een gebloemd en de meisjes een ruitje.
Wordt de baby gedoopt, dan is het kind in een witte deken gewikkeld en is de deken met een rood, wit, blauwe stof gevoerd. Na het dopen krijgen de kleintjes een zwart jakje aan: de jongetjes met een zilveren knoop op de mouwtjes, de meisjes met een sluiting van haakjes. Daaroverheen krijgen ze al een minikraplapje.
In de tweede klas lagere school krijgen de meisjes het zilveren oorijzer, met 13 jaar komt het oorijzer er aan. Eerst klein maar met 18 jaar komt het volwassen oorijzer. Afhankelijk van de rijkdom zijn er meer of minder windingen aan. De jongetjes lopen tot drie jaar in een rok. Dan is hij wel zindelijk en kan hij een broek aan.
Volwassenen
Nu lopen nog zo’n 400 dames en 4 heren in klederdracht rond. De stoffen waarvan de kleding gemaakt is, blijkt altijd van natuurlijk materiaal: wol en katoen. Ook is bijna alle kleding gevoerd. Jassen horen niet bij de dracht voor dames, een grote cape wel. De cape is ook dubbel, de buitenkant van enigszins waterafstotende stof, de binnenkant van wol. De sluiting bestaat uit drie zilveren gespen, oplopend in grootte.
In kleding kan een betekenis worden uitgedrukt: kleurrijk is gewoon. De Staphorsters houden van kleuren. Maar als je in de rouw bent, draag je donkere kleuren. Zware rouw van een zeer naaste is erg donker, bij lichte rouw, een neef of nicht, dan mag er wel een frivool kleurtje langs een randje worden getoond. Zelfs in burgerkleding draagt men, als men in de rouw is, geen lichte of heldere kleuren.
In de diepe zakken van de rokken kan van alles bewaard worden, onder andere prachtige beursjes met kralenbreisel of kralenborduursel. Bijna alle kledingstukken en sieraden worden zelf in Staphorst gemaakt. Het oorijzer is van zilver, de knopen op de jassen van de heren ook. De schoenen voor de kerkgang, handgemaakt, zijn ook voorzien van grote, zilveren gespen. Je kunt ook daar rijkdom van aflezen.
Over de onderkleding dragen vrouwen een zwarte gevoerde borstrok. De bovenstof is zijde. Op de rug zitten twee rolletjes. Dat dient om de rok en de heupen wat boller te maken. Door de week wordt een rok gedragen, zondags gaat daar nog een rijke onderrok onder. Over de borstrok komt een kraplap en daaroverheen weer een omslagdoek. Over de rok gaat weer een schort. Rokken en schorten zijn mooi geplooid. De band van de schort past weer precies bij de kraplap. Alle kledingstukken worden met haken en ogen en/of linten met strik, gesloten. Bij kou kan over de kleding nog een zelfgebreid, kort koningsblauw, vestje worden gedragen.
Hoofddeksel
De meisjes en vrouwen dragen over het haar een mutsje. Onder het mutsje zit een zogeheten `tuute`: een driehoekig kartonnen doosje, een beetje opgevuld. Dit dient om het mutsje mooi rechtop te laten staan. Daarover gaat weer het oorijzer met de oorversiersels. Soms nog een mooi, kanten muts.
De mannenkleding
Mannen hebben iets minder poespas: zij dragen een lang onderhemd, daarover een boezeroen. Hemd wordt met zilveren knopen dichtgemaakt. Een onderbroek met kleppen en zakken, voltooit het ondergoed. Over de boezeroen komt de hemdrok. ”Vijfschacht” zegt Hendrikje Faber. Dan een broek van bombazijn gesloten met twee grote zilveren Willem I en Willem II munten. Daaroverheen kan wel een jas, maar die hadden de dames niet bij zich.
Koningsgezind
Beide dames zijn bijna altijd aanwezig met Prinsjesdag of als een lid van het Koninklijk huis in de buurt is. Zij hebben dan tasjes, beursjes en andere oranjegekleurde versierselen bij zich. Ze worden al bijna herkend door de koninklijke familie.
Tenslotte
Als toegift is een van de aanwezige dames volledig gekleed door beide dames. De aanwezigen kunnen zo zien hoe de kleding wordt aangetrokken. Toch nog wel een heel werk dat ook enige oefening vraagt. Een rok en trui aantrekken gaat sneller. Maar de dame in kwestie ziet er prachtig uit.
Info
De volgende lezing is op woensdagmiddag 29 maart in het Bussemakerhuis. Aanvang 14.00 uur, kosten, in tegenstelling tot wat op de website staat, €12,50 inclusief koffie. Graag aanmelden via info@bussemakerhuis.nl of (074) 266 96 36. U kunt dan tevens de tentoonstelling `Stof tot nadenken` van Gertie Bijkerk bekijken. (AM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.
Ik ben vrijwilliger bij hersenletsel.nl
en gaan misschien in oktober ontmoetingsdagen organiseren en dit is misschien gezellig om te laten zien.
Hoor graag van u.
Vriendelijke groet,
N. Van Leeuwen