Kort na de bezetting in 1940 kreeg Nederland te maken met de Duitse behoefte aan arbeidskrachten. Miljoenen Duitsers dienden in het leger en de industrie in eigen land moest blijven draaien. De machthebbers wilden daarvoor miljoenen mensen uit de bezette gebieden inzetten. Omdat Hitler een korte duur van de oorlog verwachtte, was er aanvankelijk weinig druk en konden mannen zich vrijwillig aanmelden. Voor werkloze Nederlanders was deze optie minder vrijblijvend, als zij weigerden werd hun uitkering stopgezet. Op 23 maart 1942 echter stelde Fritz Sauckel, aangesteld door Hitler als ‘General Bevollmächtiger’ voor de arbeidsinzet een verordening in werking die een periode van grootschalige gedwongen tewerkstelling inluidde. Later, toen de resultaten op het slagveld tegenvielen, volgden het oproepen van hele jaarklassen, betrekking hebbend op specifieke geboortejaren.
Na de invasie in 1944 toen de ‘Eindsieg’ ver weg leek, had de bezetter niet alleen mensen nodig ter vervanging van Duitse arbeidskrachten, maar ook voor de aanleg van verdedigingslinies in ons land, die de geallieerde opmars moesten stoppen. Toen de administratieve arbeidsinzet via de gewestelijke arbeidsbureaus nauwelijks nog iets opleverde, volgden grootschalige razzia’s en huiszoekingen door de Wehrmacht. Ook Borne kreeg er mee te maken, plotseling en op een onverwacht tijdstip. Veel gezinnen ondervonden de gevolgen.
Bevel
Nadat er in stilte een cordon rond Borne was gelegd, werd burgemeester Van den Toren vroeg in de ochtend van vrijdag 3 november 1944 uit zijn bed gebeld en naar het gemeentehuis gecommandeerd. Aangekomen in de raadzaal kreeg hij van een Duitse luitenant, zich buigend over de kadastrale kaart van de gemeente, instructie over de op handen zijnde ‘Sonderaktion’. Tegelijkertijd werd hem het bevel overhandigd tot verplichte tewerkstelling van Bornse mannen in Duitsland. Daarmee hoopte de bezetter ook te bereiken dat alle weerbaren, die verzet konden plegen, uit Borne zouden worden verwijderd. In de hectiek wist Van den Toren, die de gemeente niet mocht verlaten, te bedingen dat jongens onder de 17 jaar en mannen boven de 55 jaar zouden werden vrijgesteld, evenals zieken en degenen die van de Duitse autoriteiten een ‘Ausweis’ hadden gekregen, omdat ze onmisbaar waren.
‘Aufmachen’
Om acht uur reed er een geluidswagen door het dorp, het ‘Befehl’ luidde dat alle mannen tussen 17 een 55 jaar zich voor half tien die ochtend moesten melden op een weiland aan de buitenkant van het dorp. Wie niet kwam opdagen riskeerde een zware straf. Ook het verbergen van mannen was strafbaar. Op hen die poogden te ontvluchten of weerstand boden, zou worden geschoten.
Niet veel later zwermden groepen Wehrmacht soldaten door het dorp, systematisch van deur tot deur. Geweren in de aanslag, gebonk op deuren, ‘aufmachen, raus, raus’, ‘schnell, schnell’ klonk het. Zij die zich op straat waagden werden, ongeacht hun leeftijd, onverbiddelijk opgepakt. Anderen werden hardhandig uit huis gehaald en, zonder afscheid van familie te kunnen nemen, in groepen onder geleide als kuddedieren naar het verzamelpunt gebracht en daar onder militaire bewaking geplaatst. Omdat het dorp hermetisch was afgesloten, was er geen ontkomen aan. Uit angst voor represailles gingen de meeste mannen mee. Toch wist een aantal een goed heenkomen te vinden. Zij konden succesvol onderduiken, zoals in de toren van de nieuwe NH-kerk en onder het altaar in de Theresiakerk.
Verzamelpunt
Tegen het middaguur begaf de burgemeester zich naar de plek waar naar schatting 600 mannen en jongens waren samengedreven, een weiland tussen de Theresiakerk en de boerderij van Wienk. Daar was inmiddels ook verschenen de Referent, de vertegenwoordiger van de ‘Beauftragte’ in de provincie Overijssel, Karl Weidlich. Deze had in eerste instantie lak aan de eerder gemaakte afspraken over vrijgestelden met betrekking tot leeftijd en ziekte, maar kwam de toezegging na, al moesten ‘zieken’ eerst door een Duitse arts worden onderzocht.
Meer gesteggel ontstond er over personen die in het bezit waren van een “Ausweiss’, een identiteitsbewijs voor vrijstelling van de arbeidsinzet, wegens onmisbaarheid voor het maatschappelijk leven. Uiteindelijk besliste de Referent eigenzinnig over de geldigheid van het document. De vrijgestelden werden door de Duitsers tijdelijk in een schuur van de boerderij ondergebracht. De rest, ongeveer 140 mannen, werden onder strenge bewaking naar Hengelo weggevoerd. Voor contacten met achtergebleven familie werd in Borne een dependance van het Rode Kruis Hengelo geopend. Veel ‘Fremdarbeiter’ namen niet lang daarna de benen naar huis, omdat de geallieerden in Duitsland steeds meer terrein veroverden. Een volgend bevel tot verplichte levering van werkkrachten liet niet lang op zich wachten.
Noordoostpolder
Van den Toren kreeg op 29 november 1944 opdracht van Weidlich om 150 man te leveren voor werkzaamheden in de Noordoostpolder. Dit enorme landbouwgebied viel in het begin van de oorlog droog en moest zo snel mogelijk in cultuur worden gebracht. Het voordeel hiervan was dat werkwilligen in eigen land konden blijven en ze door verstrekking van een ‘Ausweiss’ van werken in Duitsland werden vrijgesteld.
Bij weigering zou er een razzia volgen en in het bijzonder boerderijen worden uitgekamd. Na intensief overleg met landbouworganisaties overwoog de burgemeester aanvankelijk de aanwijzing te weigeren, maar dat leidde tot protesten van boeren. De boerderijen herbergden veel onderduikers, naar schatting zo’n tweeduizend, en men zat dus niet te wachten op Duits bezoek op het erf. Uiteindelijk werden er, om Borne te vrijwaren van een razzia, 50 mannen aangewezen. Nog vijftig meldden zich vrijwillig, onder wie onderduikers, die de polder als schuilplaats gebruikten. De tewerkgestelden verbleven in het kamp Enservaart.
Weigering
Op 7 februari 1945 kwam de gezant van Weidlich persoonlijk naar Borne om de burgervader het bevel te overhandigen voor levering van nog eens 300 werkkrachten, die graafwerkzaamheden moesten verrichten voor verdedigingswerken in de Achterhoek. Daarvan moesten er drie dagen later al tweehonderd aan het werk zijn. Van den Toren weigerde, hij wilde niet langer een instrument zijn van de Duitse bezettingspolitiek, de nieuwe aanwijzing had volgens hem een te grote impact op de Bornse samenleving.
Zich bewust zijnde van de gevolgen, fietste hij enkele dagen later, sneeuw en vrieskou trotserend, naar Zwolle voor een afspraak met de ‘Beauftragte’. Deze was er niet, zijn plaatsvervanger wel, Dr. Zain. Van den Toren weigerde andermaal de aanwijzing, ook toen Zain hem het aanbod deed het aantal te verlagen tot honderd. Deze wees hem op mogelijk ernstige persoonlijke consequenties, omdat zijn weigering als daad van sabotage zou worden beschouwd, waarvoor het standrecht van kracht was. Tot zijn opluchting kon hij vertrekken.
Gijzelaars
Om de burgervader onder druk te zetten namen twee landwachters op 4 maart 11 personen in gijzeling. Zij werden onder strenge bewaking overgebracht naar het politiebureau in Hengelo (O). Als gevolg daarvan meldden zich op 6 maart 900 mannen waarvan er 91 werden aangewezen, de dag erna nog eens 500, waarvan er uiteindelijk 70 gingen. Dat resultaat was voor de Duitsers zo onbevredigend dat men de burgemeester gelastte 120 wachtgelders van Spanjaard aan te melden. Ook dat weigerde Van den Toren. Als compromis werd er toen in Borne en Bornerbroek nog een laatste melding gehouden. Het resultaat was belabberd, ook nu doken veel mannen onder of probeerden een vrijstelling te regelen via de huisarts. Voor Van den Toren liep het allemaal met een sisser af, mede omdat de nazi’s aan de verliezende hand waren. De gijzelaars kwamen na 24 maart vrij.
Fokke Boom
Tijdens hun tewerkstelling in Duitsland en in de Achterhoek zijn ten gevolge van ziekte, zwaar lichamelijke arbeid, ondervoeding en oorlogshandelingen, zeven mannen uit Borne om het leven gekomen. Eén van hen was Fokke Boom, een 21-jarige metaalbewerker, de op één na jongste uit een gezin van 11 kinderen, de familie woonde aan de De Ruijterstraat 21. Volgens het gewestelijk arbeidsbureau in Hengelo (O) is Fokke in december 1943 onvrijwillig naar Duitsland vertrokken. Daar werd hij tewerk gesteld in de machinefabriek van Julius Klinkhammer in Braunsweich. Niet bekend is wanneer, maar daar is hij gearresteerd door de Gestapo omdat hij werd betrapt op het luisteren naar een uitzending van Radio Oranje, een radioprogramma van de Nederlandse regering in ballingschap in Londen, uitgezonden door de BBC. Voor dat ‘vergrijp‘werd hij overgebracht naar het arbeidsopvoedingskamp Watensted-Hallendorf in Salzgitter, ook wel ‘kamp 21’ of ‘Sonderlager 21’, Watenstedt-Hallendorf genoemd.
Dit barakkencomplex werd in maart 1940 door de “Reichswerke Hermann Göring” opgericht als strafkamp voor buitenlandse dwangarbeiders, dat werd gecontroleerd door de Gestapo. Gebruikt niet alleen als trainingskamp voor arbeiders, maar ook als martel- en executieplaats en als verzamelkamp voor transporten naar concentratiekampen. De bewegingsvrijheid werd volledig beperkt en er moest 12 uur per dag worden gewerkt in een nabijgelegen fabriek waar voornamelijk munitie werd geproduceerd voor de Wehrmacht. Gevangenen werden gedwongen om zwaar lichamelijk werd te verrichten. Fokke stierf op 15 februari 1945 in Watenstedt aan de gevolgen van TBC en werd daar begraven op het ‘Ausländerfriedhof’ Jammertal. Op 17 december 1953 werd hij herbegraven op het Nederlands ereveld in Hannover.’
In totaal wisten de nazi’s van de ongeveer anderhalf miljoen Nederlanders die richting Duitsland zouden moeten gaan voor dwangarbeid, niet meer dan een derde te regelen, ongeveer een half miljoen arbeiders. Naar schatting kwamen 27.000 Nederlandse tewerkgestelden om.(HN)
Bij de foto’s van boven naar beneden in de tekst:
Toen steeds meer mannen van verschillende leeftijdsgroepen werden opgeroepen om in Duitsland te gaan werken, probeerde het verzet dat met pamfletten tegen te gaan.
Bronnen: Gemeentearchief Borne; Nationaal Archief; NIOD; Oorlogsgravenstichting; ‘In Verdrukking, Verzet en Vrijheid’; H. Noordhuis, G.P. ter Braak, M.F.S. Kienhuis, Hengelo (O 1985 ’Burgemeester in bezet Borne’’ C. Kronenberg-van den Toren, Soest 2015. Foto’s; beeldbank gemeentearchief Borne.
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.