Vervoer is van alle tijden, maar als er één vervoersmiddel is dat tot op de dag van vandaag bekend is, dan is het wel de koets. Er hangt een zweem van nostalgie omheen, maar met zijn ontelbare variaties in naam en uiterlijk spreekt de koets tot ieders verbeelding. Voordat treinen en auto’s gemeengoed werden, was reizigersvervoer met paarden en koetsen de belangrijkste vorm van vervoer over land. In de 17e, 18e en 19e eeuw was de postkoets of diligence een veelgebruikt vervoersmiddel voor reizigers over langere afstanden. Hoewel er ook post mee werd vervoerd, slaat de term ‘post’ in koets niet op poststukken, brieven of kaarten, maar op wisselposten langs de route, waar verse paarden werden voorgespannen. Behalve dat hier post werd afgeleverd, konden reizigers bij deze haltes meestal uitstappen als plaats van bestemming of overstapplaats, en soms ook om te eten, te drinken of zelfs de nacht door te brengen.
Uit onderstaande advertentie uit 1839 blijkt dat logement ‘Meilink’ aan de Markt zo’n wisselpunt was. Overijssel had een groot aantal postkoets- en diligence-verbindingen, zoals die van Zwolle naar Borne. De aankomst van een postkoets was een echte bezienswaardigheid. Daarnaast waren postritten een belangrijk onderdeel van het transportnetwerk, uitbesteed door de PTT aan stalhouders. Voorschreven werd ook met welk type wagen de post vervoerd moest worden en in welk uniform de postiljon gekleed moest gaan.
PTT
Postbezorging werd in 1899 een staatsmonopolie. De nationale onderneming voor postbezorging, de voorloper van de PTT, had postwagens voor postbezorging al dan niet gecombineerd met personenvervoer, aan de achterkant herkenbaar door het opschrift ‘posterijen’ en een verguld Koninklijk wapen. Overigens is een postwagen iets anders dan een koets, een gesloten rijtuig voor passagiersvervoer. Het blijft gissen, maar waarschijnlijk is begin 20e eeuw zo’n postwagen gestrand in Borne, mogelijk omdat er een wiel van de as was gelopen of de wagen was blijven steken in de modder. De seizoenen hadden grote invloed op de gesteldheid van de landwegen, die niet bestraat waren. De herontdekking van de ‘koets’ in Borne in 1938, maar dan in een andere gedaante, was opvallend nieuws.
Postmuseum
Ook groot nieuws voor de directeur van het PTT Postmuseum in Den Haag, dr. Weber. Voor hem ging daarmee een lang gekoesterde wens in vervulling. Om in zijn collectie de ontwikkeling van het postvervoer te tonen was hij op zoek naar een oude wagen uit de tijd van de paardentractie. Stad en land had hij ervoor afgereisd, langs stalhouders, opkopers en boeren. Toen dat niets opleverde riep hij landelijk de speurzin in van postbestellers. Dat leverde een voltreffer op in Borne, het was postbesteller Leushuis die tijdens zijn werk in het buitengebied in een tuin de contouren van een postwagen ontdekte.
De spoorslags naar Borne afgereisde museumdirecteur, was enthousiast over wat hij aantrof; een wagen blauw-grijs van kleur, op de achterzijde in rode letters het woord ‘Posterijen’ en in groen het cijfer 116. Aan weerskanten van de wagen waren getraliede vensters waarneembaar en ook in het voorpaneel zat een raam. De wagen die in redelijk goede staat verkeerde, werd aangekocht van de eigenaar, de heer J. Poelakker, die overigens geen enkele weet had van de herkomst. Hij had huis en wagen gekocht van de vorige eigenaar, van Dam, en hem hoofdzakelijk als aardappelberging gebruikt. Spoedig hierna werd de wagen per trein naar den Haag overgebracht. Postbode Leushuis kreeg een attentie.
Stamregister
In het stamregister, waarin alle nieuwe aanwinsten van het museum worden opgetekend, staat vermeld; “Omschrijving: Vierwielig rijtuig voor den postdienst met twee zijvensters (omstreeks 1890). Dit rijtuig werd in september 1939 geheel opgeknapt door Staatsbedrijf” “Bak van een rijtuig voor den postdienst genummerd "1"; model met één raam aan elke zijde. In de zij vensters is het oorspronkelijke rijtuigglas nog aanwezig. Van den bak is nog aanwezig het zware ijzeren verbindingsstuk met den bak, als mede een fragment van het houtwerk en de klampen voor de voetenplank. “Herkomst: J. Poelakker, te Borne is aangekocht” Het register vermeldt later; “afgevoerd wegens verwerving van compleet rijtuig en wegens moeilijkheden met conservering”.
Beeld en Geluid
In 1989 werd het Postmuseum PTT Museum en vanaf 1999 kreeg het een nieuwe naam; Museum voor Communicatie, kortweg COMM. Na sluiting werd het in 2019 overgenomen door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, afgekort Beeld & Geluid in Hilversum. Als cultuurhistorisch instituut draagt het zorg voor de verzameling, opslag, conservering, documentatie, presentatie, levering, bestudering en interpretatie van Nederlands audiovisueel erfgoed. Tot die collectie hoorde ook de ‘koets uit Borne’, totdat het rijtuig op 23 december 2021 werd geschonken aan het Nationaal Rijtuigenmuseum, Museum Nienoord in Leek (Gr.)
Geschiedenis
De wagen is in 1890 gebouwd te Groningen, mogelijk door de bekende wagenmaker Jelmer Brukker, voor H. Bosch te Zwolle, aannemer van de postritten Hoogeveen-Zwolle v.v. (1891 -1903). Daarna gebruikt door J. Frederiks te Zwolle op de postritten Zwolle-Lemmer v.v. (1903-1909) en Zwolle-Assen (1909-1915). Meestal dus in gebieden waar de trein nog niet kwam. Voor deze ritten was het rijtuig ‘Model B’ voorgeschreven, regelgeving met betrekking tot afmetingen, materiaal, kleur van de wielen, de assen, de veren, het voorstel en de bak (de bok, portier en glasraam). Zo moest “Het voorstel zijn ingericht om zowel voor één als twee paarden te kunnen dienen” Naast post werden ook personen vervoerd. Frederiks verkocht de wagen aan G.J.A. Oortwijn, smid in Luttenberg. Hoe de wagen in Borne is beland of gestrand, blijft een raadsel, maar de in ere herstelde vierwieler van de PTT is één van de vele pronkstukken in het Nationaal Rijtuigenmuseum in Leek, een bezoekje waard! (HN).
Bij de foto’s van boven naar beneden in de tekst:
Bronnen: Delpher; Nationaal Rijtuigenmuseum Leek; Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Hilversum. Foto’s; Beeldbank gemeentearchief Borne; Nationaal Rijtuigenmuseum Leek Jan Zijlstra.
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.