Subvice: ‘leuke jongens’ die weten wat ze willen

“Misschien zijn we wel heel leuke jongens…”, laat Martijn Roelofs zich lachend ontvallen als hem de vraag wordt gesteld wat Subvice nu zo bijzonder maakt. Een schaterlach klinkt op bij zijn compagnons Geert Leemeijer en Arjan Kroes. Het tekent de sfeer die voelbaar is in hun statige onderkomen in Het Gymnasium aan de Hertmerweg. Want evenzo gemakkelijk gaan ze luttele seconden later de diepte in om bloedserieus uit de doeken te doen dat hun kennis van zaken, organisatiestructuur, inlevingsvermogen én de onuitputtelijke drang om nét dat stapje extra te maken de crux vormen.

Samen nóg beter

Vorig jaar september vierden de negen subsidieadviseurs hun 15-jarig bestaan met een weekenduitstapje naar Spanje. “Moet kunnen”, aldus Geert, een van de twee oprichters destijds. Samen met Alex Bulten - die in januari stopte om van zijn pensioen te genieten - waagde hij toen de sprong naar het zelfstandig ondernemerschap. Beiden hadden al de nodige ervaring bij subsidiebureaus opgedaan en wilden de goede dingen die ze geleerd hadden meenemen om het vervolgens samen nóg beter te doen.

En dat lukte, want hun eerste werkplek, een bescheiden ‘inwoning’ bij een bevriende accountant, werd door het aantrekken van nieuwe medewerkers al snel te klein. Daarop besloten ze echt op eigen benen te gaan staan en belandden ze in Bornerbroek. Maar ook dat begon om dezelfde reden al snel te knellen, waarna ze - samen met de inmiddels ook toegetreden compagnon Gerald van Dijk - zo’n zeven jaar geleden hun (voorlopig) definitieve plek vonden in Het Seminarie in Zenderen. “Een prachtige locatie, heel representatief en met voldoende ruimte voor verdere ontplooiing”, zo bevestigt Martijn die zelf ruim vijf jaar geleden bij Subvice naar binnen stapte.

MKB-klanten in vooral Gelderland en Overijssel

“Mijn eerste kennismaking met Subvice vond ik een verademing”, zegt hij. “Ik kwam uit een grotere organisatie, waar we voor echt grote klanten werkten. Met als gevolg dat er op de diverse deelgebieden meerdere adviseurs op een en dezelfde opdrachtgever zaten. Dat vond ik lastig en niet effectief.“ In Zenderen proefde hij een heel andere structuur. “Subvice is relatief kleiner, werkt vooral voor MKB-klanten in Gelderland en Overijssel, waar één adviseur heel dichtbij staat die van de hoed en de rand weet en als zodanig met allerlei problematieken in aanraking komt, of het nu om innovatie gaat, om duurzaamheid of om personele aangelegenheden. Dat maakt jouw opdracht heel dynamisch en divers.”

Daar kwam volgens Martijn nog eens bij dat de relatieve kleinschaligheid veel overzichtelijker is, weinig overheadkosten met zich meebrengt en een uitstekende grondslag vormt de aanwezige expertise ook op lange termijn succesvol te kunnen bestendigen. “We streven naar een behapbare organisatie en hebben trouwe klanten. Het overnemen van bedrijven, alleen maar om groter te willen worden, past simpelweg niet in ons DNA. De subsidiemarkt is bovendien een volwassen markt geworden; de cowboys die er jaren geleden mee begonnen zijn inmiddels weg gefilterd. Een markt ook die groot genoeg is om daar je eigen succesvolle stijl in te ontwikkelen.”

‘Je gaat natuurlijk wel ergens voor’

Op de vraag wat die stijl dan is, antwoordt Martijn met overtuiging dat het vooral gaat om flexibiliteit en creativiteit. “Ik denk dat we er gewoon wat verder induiken dan een gemiddeld subsidiebureau. Kijk, het aanvragen van subsidies is één, maar in onze ogen zijn de uitvoering en opvolging ervan zeker zo belangrijk. Daar nemen wij de lead in. We willen onze klanten echt helpen hun ambities te realiseren en zitten er dan ook tijdens het hele traject bovenop. Voorwaarde is natuurlijk wel dat je de kwalitatief juiste mensen hiervoor aan boord hebt.” Mensen die een ingebouwde nieuwsgierigheid bezitten, een financiële en juridische achtergrond hebben en vooral ook in mogelijkheden kunnen denken. “Want je gaat natuurlijk wel ergens voor”, zo weet hij.

Als Geert Leemeijer over niet al te lange tijd terugtreedt, kan hij in elk geval met trots terugkijken. “Het is een prachtig mooie organisatie geworden en we voelen ons thuis in Zenderen.” Martijn en Arjan kunnen het alleen maar beamen. “Maar…”, zo relativeren ze de woorden van Geert, “je moet er wel wat voor doen en voortdurend scherp blijven in je vakgebied. Door alleen maar leuke jongens te zijn, red je het natuurlijk niet. En da’s maar goed ook!”