Vrijdagavond was de eerste van de twee jaarlijkse gala-avonden, waarmee De Toet’nbloazers hun nieuwe jaar feestelijk, en een tikje officieel, van start gaan. En dat betekent gewoontetrouw een afgeladen vol Kulturhus met narren en narrinnen, maar ook weer met een voltallig aanwezig college van Burgemeester en Wethouders. Vorig jaar gaven ze immers niet thuis, maar dat bleek achteraf een ‘foutje in de communicatie’, zoals Hennik de tuinman, alias Theo Lassche, het even later prikkelend verwoordde.
Hardy Ellenbroek
De avond werd echter - en vanzelfsprekend - geopend met een moment waarop de donderdag overleden Hardy Ellenbroek, de Stadsprins in 1984, werd herdacht. “Een bijzonder fijn mens. Dank je wel”, zei Raimund Roesink, de president, waarna een waardig applaus opklonk. Maar toen was het toch echt zover dat het inmiddels 58ste gala van start kon. En dat gebeurde natuurlijk met de opkomst van de hoogheden Prins Edwin en zijn Adjudant Dennis, Jonkheer Bart en zijn Jonkvrouw Lotte, en de Raden van elf en bestuurderen, waarbij ze werden binnen geblazen door eigen blaaskapel Mangs löp ‘t aans.
Vervolgens was het de beurt aan Ann Kollen en Daan Meijer die de feestelijke avond op een luchtige en professionele wijze aan elkaar praatten. Een avond waarin tal van geledingen binnen de vereniging zich lieten gelden en op een vaak ludieke wijze de lachers op hun hand kregen. Of het nu een act van de ex-Prinsen betrof, de jongerenraad, de dansmarietjes, de ‘jong’ belegen dames, de damesgroep of de Tiktokkies, de youngsters van het carnaval.
Harde noten
En zo was er ook de Galacommissie zelf die de aftrap verzorgde met een speciaal voor deze avond gecomponeerd openingslied. Een lied waarin de woorden ’Wij zijn De Toet’nbloazers en gaan er weer voor’ centraal stonden en waarmee de trots op de vereniging nog eens kracht werd bijgezet.
En dan was er natuurlijk de al eerdergenoemde Hennik de tuinman, de man die al sinds mensenheugenis het voorbije jaar spitsvondig de revue laat passeren en er niet voor schroomt soms harde noten te kraken dan wel uiterst cynisch, maar altijd weer met een knipoog, het aanwezige college op de hak neemt.
Zo refereerde hij aan de eerder gehouden wedstrijd voor een nieuwe naam voor het ook al nieuwe Huis van Borne. “Ook al zo’n foutje in de communicatie”, zei hij. “Maar in Borne gonst inmiddels al wel de nieuwe naam rond: HZN Hoes Zonder Naam.” Ook mopperde hij op de stroeve voortgang van de uitbreiding van de Carnahal. “Heel Borne weet dat de hal en alles eromheen verontreinigde grond bevat. Iets dat de gemeente een aantal jaren geleden heeft opgelost door de grond af te graven, vervolgens af te dekken en er een meter nieuw zwart zand op aan te brengen. En wat gebeurt er nu er een bouwvergunning is ingediend? Dan komt er een extern bureau die eerst een archeologisch onderzoek eist. Dus als je als gemeente moet besparen, nou… dan weet ik nog wel wat”, zo fulmineerde hij.
Ook lovende woorden
Maar Hennik zou Hennik niet zijn als hij ook geen lovende woorden tot zijn toehoorders richtte. Lovende woorden in de richting van wethouder David Vermorken, die de moed had op het allerlaatste moment de stekker uit de plannen voor ’t nieuwe Wooldrik te trekken. En lovende woorden voor de rechte rug van wethouder Martin Velten in zijn zoektocht naar de door velen vermaledijde flexwoningen. “Succes in de zoektocht”, zo zei hij. En dan waren er nog de complimenten voor ons eigen BorneBoeit. Hennik: “Die mensen zijn zó snel… Vaak staat het nieuws er al op voordat het is gebeurd.”
Nou ja, feit is en blijft dat De Toet’nbloazers met deze eerste avond weer een uitstekend visitekaartje hebben neergelegd, voor wat we de komende maanden allemaal van ze kunnen verwachten. (AJ/BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.