Rolklaver, smalle weegbree, duizendblad en knoopkruid; het zijn de plantensoorten waar Gerrit Haverkamp blij van wordt. Haverkamp is vrijwilliger bij de KNVV – de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Veldbiologie – en is door de gemeente gevraagd mee te kijken met de pilot sinusmaaien in de Stroom Esch. Doel van de experimentele manier van maaien is het bevorderen van de biodiversiteit. Het idee erachter is dat een groot deel van de grassen, planten en bloemen langer blijven staan, waardoor microklimaten ontstaan waar flora en fauna gedijen.
Haverkamp: “Biodiversiteit start altijd in het plantenrijk. Door overbemesting van landbouwgrond zie je nu vooral veel raaigras. Dat is voedzaam voor koeien, maar verder heb je er niets aan. Op dat soort graslanden vind je vaak weinig bloeiende planten. Wat je wil is een open grasland waar ruimte is voor bloemplanten en waar wilde bijen in de grond kunnen broeden.”
Slingerpaden
Bij sinusmaaien wordt gemaaid in slingers of golven. Bij de volgende maaibeurt wordt alles binnen het gebied van het slingerpad gemaaid, maar niet meer op het maaipad. Dat herhaalt zich nog twee keer, waarbij er steeds een nieuw slingerpad wordt gemaaid. Daardoor ontstaat er een grote diversiteit in ontwikkelstadia van de vegetatie. “Dat is bijvoorbeeld belangrijk voor vlinders, die overwinteren op grassen. Ga je die grassen steeds maaien, dan ben je ook de vlinders kwijt.” Haverkamp hoopt straks bij de Weideplas weer zwartsprietdikkopjes en groot spriet dikkopjes te zien. “Als we die vlinders aantreffen, dan zijn we op de goede weg!”
Experiment
De methode is relatief nieuw. “Het is uitgevonden door een Belg. Sinds 2016 wordt ermee geëxperimenteerd. Borne loopt in Twente op dit gebied voorop”, zegt hij niet zonder trots. De resultaten in den lande zijn vooralsnog heel positief, hoewel het maaien wel kostbaarder is.
Voordat de pilot begon heeft Haverkamp een nulmeting gedaan. Binnenkort volgt de tweede meting, waarbij hij vooral zal letten op de aanwezige grassen. “Uiteindelijk – na een jaar of zes - zal hier hopelijk een prachtig bloemrijk veld ontstaan. En dan bedoel ik niet met van die ‘carnavalsmengsels’ die overal worden gezaaid. Mensen vinden dat mooi, maar voor de biodiversiteit doet het niet zo veel. Nee, je moet streekeigen planten krijgen. En die zijn ook fraai hoor!”
Tegenstand
Het nieuwe maaibeleid ontmoet niet overal enthousiasme. “Ik heb in Borne drie presentaties gehouden. Soms lukt het om mensen te enthousiasmeren, maar er zijn er ook die de hakken in het zand zetten. Ze hebben het dan over teken en hooikoorts. Maar de kans op teken is in een dergelijk open grasland klein. Die zitten liever in schaduwrijke bossen. En mais is ook een grassoort dat hooikoortsklachten kan geven. Dan wil men hier een strak gemaaid gazon om vervolgens langs de maisvelden te fietsen …” Het is volgens Haverkamp ook een kwestie van gewenning. “We moeten naar een omslag in denken. Niet een strak uitziend gazon, maar een mooi gebied waar de natuur floreert.” (AJ/BM/RH/DdG)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.
Belangrijker is de bevinding in het RIVM briefrapport "Milieuverkenning Overijssel: luchtkwaliteit, geluidbelasting en gezondheid", www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2018-0154.pdf: figuur 2-6.:
“Omdat wegverkeer de belangrijkste bijdrage levert aan het NOx-concentratie in de provincie, laat het kaartbeeld van de Overijsselse bronnen ook voornamelijk de rijks- en provinciale wegen zien. (Figuur 2-7) Dat figuur toont dat de belangrijkste bedreiging voor biodiversiteit in onze provincie -de hoge NOx-concentratie- door het verkeer op rijks- en provinciale wegen HOOG TOT ZEER HOOG IS te hoogte van de Stroom Esch!. Dat de concentratie carcinogeen roet (EC) in héél Borne tot de hoogste in Twente behoort kunt u zien in figuur 2-11. Die is niet schadelijk voor de biodiversiteit, wél voor onze gezondheid!