Bornse gijzelaars in concentratiekamp Vught
29-04-2023
DE APRIL-MEISTAKING VAN 1943

Bornse gijzelaars in concentratiekamp Vught

Vandaag 80 jaar geleden, donderdag 29 april 1943, brak de grootste stakingsgolf uit die Nederland ooit heeft gekend. Dit feit wordt regionaal en landelijk herdacht. Ook in de media is er veel aandacht voor deze april-meistaking, die, omdat ze veel minder bekend is dan de ‘Februaristaking’, wel ‘de vergeten staking’ wordt genoemd en ook in Borne diepe sporen heeft nagelaten.

 

Aanleiding was de bekendmaking van Friedrich Chistiansen, opperbevelhebber van de Wehrmacht, dat Nederlandse oud-militairen, die gevochten hadden in mei 1940 (zo’n 300.000 man), zich moesten melden voor krijgsgevangenschap en arbeidsinzet in Duitsland. Die oproep sloeg in als een bom. Het verzet was massaal.

 

Staak!

De stakingen begonnen in Twente. De eersten die het werk neerlegden waren arbeiders van machinefabriek Stork in Hengelo. Toen ‘s middags in Borne stakende arbeiders van Stork aan de fabriekspoort van textielfabriek N.V. Spanjaard verschenen om hun collega’s tot staking te bewegen, stroomde de fabriek in korte tijd spontaan leeg. Het bedrijf stond sinds 12 mei 1941 onder leiding van de Duitse bewindvoerder (Verwalter), dr. Franz Reible.

 

Standrecht

Het antwoord van de bezetter kwam snel en was meedogenloos. Een dertigtal soldaten van het ‘SS Polizeibataillon 28 Todt’ onder leiding van Oberleutnant Anton Wüscher, werd die avond naar Borne gedirigeerd en nam zijn intrek in hotel ‘De Keizerskroon’ aan de Markt. Het standrecht werd ingevoerd, elke vorm van verzet kon ter plekke met de dood bestraft worden. Op burgers die zich niet aan de voorschriften hielden om na 8 uur ’s avonds binnen te blijven, werd geschoten. Laat in de avond werd door de Duitsers directeur Gielen van Spanjaard op de fabriek ontboden. Hem werd te verstaan gegeven dat degenen die vrijdag om 7 uur het werk niet hadden hervat, zouden worden doodgeschoten.

 

Rep en roer

Borne was in rep en roer. Er werd massaal gehamsterd, zowel levensmiddelen als drinkwater. Zaterdag 1 mei begon de eerste mensenjacht. In de nacht die volgde werden acht burgers van hun bed gelicht en overgebracht naar ‘De Keizerskroon’, onder hen de heer H.G. Brink, werkzaam bij Spanjaard, en wethouder Schabbink. Men was ook op zoek naar burgemeester Schaepman, maar die was op dat moment niet thuis. De arrestanten werden de volgende ochtend overgebracht naar café Haverkate in Hengelo en vandaar op transport gesteld naar kamp Vught.

 

Kamp Vught

Kamp Vught, of ‘Konzentrationslager Herzogenbusch’, was tijdens de Tweede Wereldoorlog het enige SS concentratiekamp buiten Nazi-Duitsland. Het terrein was ongeveer 1 km lang en 300 meter breed. Er omheen was een gracht gegraven met aan beide zijden 4 meter hoog prikkeldraad. Om de 100 meter stond een wachttoren. Het geweld loerde overal, als onderdeel van het systeem. Bewakers gebruikten hun macht om gevangenen te straffen, te mishandelen en te vernederen. Zo werd de orde bewaakt. Van Jood tot politieke gevangene, elke groep had een eigen plaats in het kamp, voor Joden een doorgangskamp.

 

Dagboek

De heer H.G. Brink was lid van de gemeenteraad voor de SDAP/PvdA van 1949 tot 1966, waarvan één periode als wethouder. Hij schreef in het personeelsblad ‘SpinSpan’ van N.V. Spanjaard over zijn ervaringen in Vught. Een verblijf van zes weken in het ‘oord van verschrikking’, zoals hij het noemde. Daaruit een aantal fragmenten.

 

‘Bornsche Gijzelaars in het concentratiekamp Vucht’

  • “Toen alles ingeladen was, reden we weg, niet naar een schoolgebouw in Hengelo. Het werd Vucht. In de grauwe ochtendschemering werd de eerste slagboom voor ons opengedaan en spoedig stopten de wagens voor de hoofdingang. We werden richting appèlplaats geschreeuwd en getrapt. Hier hebben we nog tot de middag gestaan, zonder eten en drinken.”

 

  • “Om kwart over vier moesten we de volgende morgen al opstaan en daarmee was voorgoed ons leven in het concentratiekamp begonnen. We waren die middag van het Joodse naar het politieke kamp gegaan en overgebracht naar barak 18. Na het opstaan naar het waslokaal, met ontkleed bovenlijf. Dan bedden opmaken. Controle. Niet goed, over doen. Daarna eten, maar vlug, want de bel van het appèl kon zo gaan. In colonne werden we dan naar de appèlplaats gemarcheerd, waar blok voor blok zich opstelde. Als alles opgesteld was, kwam naar elke groep een SS-er en dan begon de pret. De nodige klappen, stompen enz. werden uitgedeeld. Elk commando marcheerde af, allen langs de commandant. Hier was het dan hoofden rechts of links en mocht je waarachtig ook naar de tronies van die sadisten kijken. Sommigen, die slecht lopen konden, moesten luciferhoutjes en strootjes zoeken op de appèlplaats.”

 

  • “’s Woensdags werden onze hoofden kaal geknipt en kregen we de blauw-wit gestreepte kamppakjes aan. Daarvoor moesten we met zijn allen naar een binnenplaats. Hier geheel uitkleden en toen werd ons een hemd en een onderbroek toegeworpen, of het paste, kwam er niet op aan. Verder nog een overhemd. Daarna kregen we een jasje en broek, een paar klompen en een muts. Passen of niet, trek aan.”

 

  • “Na het z.g. avondeten werden alle in het kamp verblijvenden naar de appèlplaats gejaagd. Een soort straf of wraakoefening. Looppas natuurlijk. Op de appèlplaats was het mutsen af, mutsen op. Bij het commando ‘mutsen’ moest elk zijn rechterhand brengen aan de muts. Bij ‘af’ moest de muts afgezet worden en de arm langs het lichaam zo snel mogelijk gestrekt worden, zodat het een klap gaf. Hoeveel klappen en stompen zijn hierbij niet gegeven? Zij moesten ons opvoeden en discipline bijbrengen. Doodmoe kwamen we enige uren later in de barak terug.”

 

  • “Dan die zondag. Een mooie, prachtige zonnige meidag. Om zes uur in de morgen staat alles aangetreden. Een groot contingent SS bewakers met hun honden komt even later aangemarcheerd. De leiding is druk, doet zenuwachtig, gewichtig, snauwt, schreeuwt, vloekt, slaat, zoals dat alleen een mof in een concentratiekamp gewend is te doen. (Op andere dagen marcheerde elk arbeidscommando afzonderlijk af, nu niet.) Barak voor barak, eerst de Joden, dan de anderen, zwaar geëscorteerd gaan allen buiten het kamp. De Joden zijn aan het einde opgesteld hun taak is de stenen op te stapelen.”

 

  • “Dan begint het, niet lopen nee looppas, looppas. Vooral de Joden hebben het zwaar te verduren. De meest grove scheldwoorden zijn niet van de lucht. Een jood gaat op een zeker ogenblik een meter opzij. Hij moet iets noodzakelijks doen. Enkele meters verder staat een SS-er. Het geweer gaat in de aanslag, een knal en de jood valt voorover. Men kijkt er zelfs niet naar om. Het was maar een jood. Om twaalf uur kunnen we weer naar het kamp. Moe, velen met kapotte handen, maar vooral met stukgelopen voeten. Dat was onze eerste zondag in Vucht.”

 

  • “Toen door de Engelsen met zeer goede afloop enige stuwdammen in het Ruhrgebied waren gebombardeerd, moesten hiervoor de Joodse vrouwen en meisjes boeten. Alles wat maar rokken droeg kon men enige avonden achter elkaar het kamp zien uitmarcheren om te gaan stenen sjouwen. En als het reeds lang donker was en wij al enige tijd in onze kribben lagen, konden wij hen horen terugkomen. Helder en moedig klonk hun lied door de stille avond. Ze toonden daarmee dat ze ongebroken waren.”

 

  • “We waren twee en een halve week in Vucht. Bij het morgenappèl scheen er iets niet te kloppen. Er werd geteld en nog eens geteld, maar men kon er schijnbaar niet uitkomen. Vele klappen werden uitgedeeld. Eindeloos in de houding staan, mutsen af, mutsen op. Het was inmiddels al tien uur geworden, het appel had al vier uur geduurd. Het werd één uur, het werd twee uur. De ‘Herren’ konden er niet uitkomen. Er was niemand weg. Er was dus een administratieve fout gemaakt.”

 

  • “Zonder eten, zonder drinken, moest men weer aan het werk. We werden in de brandende zon neergezet op de appèlplaats. Niet gaan zitten! Staan blijven! We hadden allen een ontzettende dorst. Het werd tenslotte zeven uur. Weer appèl. Hoelang zou het nog duren? De moffen waren onberekenbaar. Maar het viel mee. We mochten spoedig naar de barakken. Moe, uitgehongerd, dorstig.”

 

  • “We hebben de hele zondag niet buiten mogen komen. Een transport Joodse kinderen ging toen weg. De tonelen die zich hebben afgespeeld, zijn niet te beschrijven. De enkelen, die het hebben gezien, waren er kapot van. In de vroege morgenuren werden kinderen, hun dierbaarste bezit, uit handen van moeders gerukt en ingeladen.”

 

  • “Zo kwam dan eindelijk de morgen van de dag, waarop wij de hel van het kamp zouden verlaten. Deze morgen was echter als alle voorgaande. Opstellen, snauwen, vloeken, slaan, stompen, mutsen op, mutsen af, dan appèl. Arbeidscommando’s marcheren af, wij blijven staan. We zien dan nog een Joodse Bornse inwoner. Hij marcheert langs ons heen. Weet, dat wij weggaan. Onmerkbaar wuift hij met zijn hand ten afscheid.”

 

  • “Onderweg naar het station zien we een telefooncel staan. Zouden we het wagen Borne op te bellen? Een onzer schrijft op een briefje ’Bel op, 241 Spanjaard, Borne. Bornse gijzelaars vrij, komen vanavond thuis’. Voor een villa staat een mijnheer. Hem vragen wij te bellen. Het komt in orde.”

 

  • “Groot is de belangstelling aan het station in Borne. Blijdschap, vreugdetranen. Horen ook dat de heren Brasser en Neurdenburg zijn vermoord.”

 

Slachtoffers

De arbeiders van Spanjaard hervatten op maandag 3 mei het werk. Daarna werden algemeen bedrijfsleider C. Brasser en bedrijfsleider M.G. Neurdenburg alsmede J.H. Jansen, een slager uit Almelo, die niets te maken had met de gebeurtenissen in Borne, aangehouden. Ze werden in de nacht van 3 op 4 mei gefusilleerd, bij de Welemansbrug, ter hoogte van de pastorie van de Theresiakerk, volgens Duitse lezing ‘op de vlucht doodgeschoten’. Ze zouden hebben aangezet tot staking.

 

Daders

Het is ontluisterend dat niemand is veroordeeld voor deze liquidatie. De zaak tegen Hauptmann Wilhelm Ney, commandant van het z.g. ‘Sicherungsbereich Overijssel’ dat in Hengelo zetelde, werd in 1949 ‘wegens onvoldoende aanwijzing van schuld’ geseponeerd. Oberleutnant Anton Wüscher, de baas in Borne, wist na zijn arrestatie te ontsnappen uit een interneringskamp. Hij bleef onvindbaar, evenals zijn pelotonswachtmeester Otto Laufenberg, op wiens bevel de executie waarschijnlijk is voltrokken.

 

Ook de rol van de bij Spanjaard zetelende Duitse Verwalter Reible en diens secretaris Otto Selbach, woonachtig in Borne, is niet verder onderzocht. Zij waren fanatieke uitdragers van het gedachtengoed van Hitler en bekleedden aanzienlijke functies binnen de NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij). Ze spraken regelmatig op bijeenkomsten van de NSB en nevenorganisaties. In een proces-verbaal is te lezen dat beiden, enkele uren voor de arrestatie van Brasser en Neurdenburg, in de Keizerskroon een bespreking hebben gehad met Wüscher. Aannemelijk is, dat toen hun lot is bezegeld.(HN)


Bij de foto's (van boven naar beneden): 1. Kamp Vugt na bevrijding door geallieerden op 26 oktober 1944; 2. oproep tot staking; 3. ‘De Keizerskroon’, het toenmalige hotel, waar leden van het ‘SS Polizeibataillon 28 Todt’ “kantoor hielden”; 4. de heer H.G. Brink; 5. recent ontdekte foto van gevangenen uit kamp Vught; 6. het gedenkteken aan de Rondweg is de stille getuige van de gebeurtenissen in die fatale nacht van 3 op 4 mei 1943.

 

Bronnen: ‘De April-Mei-Stakingen van 1943’, P.J. Bouman, Den Haag 1950; Nationaal Archief; ‘In verdrukking, Verzet en Vrijheid’, H. Noordhuis, G.P. ter Braak, M.F.S. Kienhuis, Hengelo 1990; ‘Een fatale nacht in mei’, J.H. Kompagnie, in ‘Boorn en Boerschop’; Nationaal monument Kamp Vught; Foto’s: NIOD; Beeldbank gemeentearchief Borne; foto gevangenen kamp Vught; STIWOT (K. Bezema).

 

© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.

Deel
De link is gekopieerd naar het klembord!
reageren op deze pagina
Ellen Slettenhaar — 04 mei 2023
Helden waren het, Wij zullen ze blijven herdenken.
De verhalen moeten door verteld worden!

Ubari biedt unieke investeringskans

ADVERTORIAL. Eén op de vijf werkende Nederlanders ervaart stress, spanning en burn-out...
07-12-2024

Hoort, hoort, zegt het voort!

Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje, zo luidt het gezegde, het gaat razendsnel van...
29-06-2024

Word jij herenboer op de Zenderense Es?

ADVERTORIAL • In Twente hopen we na Herenboerderij Usseler Es binnenkort een tweede...
05-06-2024

‘Het gemak dient de mens’

Af en toe zie je er nog wel eens één staan langs een sloot of op een boerenerf,...
04-06-2024

Borne experimenteert met nieuw stembiljet

De voorbereiding voor de Europese verkiezingen in Borne is begonnen. Maandagavond ontvingen de...
14-05-2024

Meulenbroek Dierenartsen bestaat 15 jaar

ADVERTORIAL • Wat gaat de tijd snel! 15 jaar geleden begonnen wij uit het niets onze...
06-05-2024