Een nieuw ijkpunt in de geschiedenis van Borne. We schrijven 16 december 1931; ten huize van burgemeester Schaepman werd voor het eerst in Borne gas ontstoken. Gas, gemaakt uit steenkool, afkomstig uit de particuliere gasfabriek in Hengelo. Na licht en water, ondergebracht, respectievelijk in 1927 en 1930, als tak van dienst in het Elektriciteits- en Drinkwaterleidingsbedrijf, was de oprichting van een gasdistributiebedrijf, ondanks tijden van crisis, een volgende stap van het ambitieuze gemeentebestuur.
De introductie van gas in Bornse huishoudens was daarmee een feit. Hout, turf en petroleum werden meer en meer vervangen door koken op gas en het verwarmen van water, later gevolgd door andere gemakken als douche en gaskachel. En zo makkelijk, kraan open, lucifer erbij en floep, een kleurrijke vlam ontbrandde. De hele operatie duurde, van adviesaanvraag tot realisering, amper een jaar. Een terugblik tegen de achtergrond van de huidige discussie over het gebruik van fossiele brandstoffen en zorgen over gasvoorraden, dreigende gastekorten en een prijsplafond voor energie.
Rapport ir. J.M. Steffelaar
Op 5 november 1930 werd ir. J.M. Steffelaar gevraagd het gemeentebestuur van advies te dienen bij het voornemen de gemeente van gas te voorzien, hetzij door middel van gasdistributie, hetzij door het verlenen van een concessie aan een gasfabrikant. Op 8 januari 1931 bracht Steffelaar rapport uit, dat onder zijn leiding werd besproken in de gemeenteraad van 14 januari. In deze vergadering werd het principebesluit genomen tot oprichting van een distributiebedrijf. Steffelaar kreeg opdracht de plannen verder uit werken.
Die uitwerking werd besproken in de gemeenteraad op 5 maart en vervolgens werd definitief besloten tot het oprichten van het gemeentelijk Gasbedrijf. Voorts werd machtiging verleend voor het leveren en leggen van het buizennet en de leidingen, werk dat werd gegund aan de firma Hitma uit Amsterdam en Aannemingsmaatschappij De Ruiter uit Haarlem. Als eerste zou de kom van Borne worden voorzien, de buurtschappen later. De buizen en leidingen werden uit kostenbesparing tegelijk gelegd met de waterleidingen.
Overeenkomst
Eveneens werd besloten met de Hengelose Gasfabriek een overeenkomst te sluiten voor de levering van gas gedurende een periode van 30 jaar. De kosten voor aanleg van een distributienet met huisaansluitingen alsmede plaatsing van een muntinstallatie, kwamen voor rekening van de gemeente. De fabriek verplichtte zich gas van dezelfde kwaliteit te leveren als in Hengelo en Borne mocht geen lagere tarieven in rekening brengen dan die voor afnemers in Hengelo golden.
Gashouder
De overeenkomst bepaalde tevens dat het gas opgeslagen zou worden in een nog te bouwen gashouder alvorens het aan de gebruiker werd afgeleverd. De toevoerleiding naar deze houder kwam voor rekening van de fabriek in Hengelo, die ook verantwoordelijk was voor het onderhoud.
Steffelaar daarover in de gemeenteraad: “De gashouder heeft vooreerst een bergruimte van 1.000 m³. Gezien de te verwachten toename in verbruik is het raadzaam op termijn de houder te telescopieren naar 2.000 m³. De eis van de Hengelose Gasfabriek is dat er een bergruimte beschikbaar moet zijn van 70 procent van de maximale dagafgifte. Een gashouder heeft als voordeel dat bij storing en/of onderhoud aan de persleiding er altijd voldoende gas in voorraad is.”
De benodigde grond voor de gashouder, gelegen aan de Oude Hengeloseweg, werd aangekocht van de heer Rientjes. Over de aanbesteding van het te bouwen fundament ontstond discussie in de gemeenteraad toen bleek dat er met betonnen palen geheid moest worden, een onvoorziene extra kostenpost van f 8.000,- Het werk werd uiteindelijk gegund aan de Zwolsche Beton en IJzerbouw. Levering van de gashouder aan N.V. Rotterdamsche Machinefabriek Braat. Met de levering, het leggen van leidingen en de bouw was een bedrag van f 150.000,- gemoeid.
Techniek
De gashouder diende als voorraadbuffer omdat productie en verbruik niet gelijkliepen, maar ook om bij storing nog te kunnen leveren. Daarnaast zorgde ze voor voldoende gasdruk. Ze waren er in verschillende types. In Borne werd de zogenaamde ‘natte gashouder’ gebruikt, bestaande uit een ijzeren ‘klok’ die op een kuip met water dreef en daar dieper in wegzonk naarmate de voorraad slonk, zonder echter de gasdruk te laten afnemen. Om deze op- en neergaande beweging te geleiden was er een ijzeren frame omheen gebouwd. De in- en uitlaat bevonden zich een stukje boven het wateroppervlak. Het water in de kuip had een hogere dichtheid dan het gas en zo werd het gas uit de klok gedreven.
Telescoperen
Om de inhoud van de gashouder, 1.000 m³, te vergroten, werden in 1949 een tweetal ringvormige segmenten geplaatst die telescopisch konden bewegen om het volume aan te passen. Een verwarmingsinstallatie was nodig om bij vorst bevriezing van het water te voorkomen. Ook gaf het onderhoud (voorkomen van doorroesten) veel werk. De houder bleek in de loop der jaren wat uit het lood te zijn geraakt. Hoewel niet gevaarlijk, veroorzaakte het ’s winters wel problemen met het verwarmen van het water in de houder, hetgeen aan de buitenkant zichtbaar werd door zich vormende ijspegels.
Promotie
Nu de levering van gas middels voldoende voorraad in de houder was gewaarborgd, was het zaak om de energiebron aan de man te brengen. In tegenstelling tot een aansluiting op de waterleiding, was een gasaansluiting vrijwillig. Om aanmelding te stimuleren stelde het gemeentebestuur gratis 10 m³ gas in het vooruitzicht en werd onder iedere 50 aanmelders een kleine warmwater geiser verloot. Dat werkte. Op 29 november 1931 organiseerde het gemeentelijk gasbedrijf een kookdemonstratie op gas voor Bornse huisvrouwen.
Penning
De meeste huishoudens gingen over op een aansluiting met muntinstallatie. Als moeder de vrouw in die dagen wilde koken, moest ze eerst een penning in de gasmeter stoppen voordat de pannen op het vuur konden worden gezet. Als er een muntje in de automaat was gedaan, zorgde die ervoor dat er een gaskraantje openging, waardoor er een bepaalde hoeveelheid gas gebruikt kon worden. Was die hoeveelheid opgebruikt, dan sloot de gaskraan weer, tot er opnieuw betaald werd. Prepaid gas dus, er kon nooit meer gas worden verbruikt dan er betaald kon worden en er kon geen betalingsachterstand worden opgelopen. Op de meeste aansluitingen in Borne werd zo’n muntautomaat, een Engelse vinding, geïnstalleerd. De prijs voor muntgas bedroeg 13 cent per m³ voor de eerste 30 m³ per maand en 8 cent voor de volgende.
Sloop
Nadat in Nederland aardgas als nieuwe en veel schonere energiebron was ontdekt, werden gasfabrieken gesloten en raakten gashouders in onbruik, waarna ze tegen de vlakte gingen. Blijkens een rapport van 24 mei 1968 van adjunct-directeur bedrijven J.J.Hendriks, was de maximale inhoud van de Bornse gashouder (3.000 m³) onvoldoende om het net zelfs onder lage druk gedurende meerdere uren te vullen. Het beantwoordde daarmee niet meer aan het oorspronkelijke doel. Daarnaast paste de houder niet meer in een groeiende woonwijk. Deze argumenten, gekoppeld aan verwachte grote uitgaven voor onderhoud, leidden tot het advies sloop, hetgeen in februari 1969 geschiedde.
De overeenkomst met de Hengelosche Gasfabriek was intussen al per 15 november 1956 beëindigd, omdat Borne per zelfde datum officieel op aardgas werd aangesloten, gewonnen door de NAM uit velden in Drenthe en Overijssel. Op 1 december 1964 werd overgeschakeld op Slochterens gas. De gemeenteraad besloot op 29 augustus 1985 tot verkoop van het Gasbedrijf aan Cogas N.V. te Almelo, waarmee ook een overeenkomst tot levering van gas werd gesloten. De gemeente werd aandeelhouder. (HN)
Bronnen: Gemeentearchief Borne, inventaris 1920-1960; ‘Gasproductie en distributie’ J.H.Waszink; Twentsche Courant, artikelenserie ‘Uit Borne’s Archief’ 1984; Wikipedia; Delpher. foto’s; beeldbank gemeente Borne (coll. Leuverink)
Bij de foto's (van boven naar beneden):
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.