Hoe gekker hoe mooier, hoe meer kabaal hoe liever… Dat is kortgezegd de alleszeggende samenvatting van de jaarlijkse Poppenkastmiddag bij Café Platenkamp aan de Prins Bernhardlaan. Gastheer en gastvouw zijn dan de jonge hoogheden van De Toet’nbloazers die hun collega-hoogheden van veel andere Twentse verenigingen een hartelijk, warm, maar vooral ook rumoerig welkom bereiden in de bomvolle feesttent.
Extra laklaagje
Een kort woordje, het uitwisselen van geschenken en enkele nummers van de eveneens meegekomen blaaskapellen zijn voldoende voor de vele honderden om een uiterst aangename middag te beleven. Zo ook op deze zondagmiddag waarop Jonkheer Jesse en Jonkvrouw Maaike de spil van het plezier vormen. En refererend aan de stille coronajaren roepen ze meermalen uit dat het ‘niet voelt alsof we een stop hadden, maar alsof het gisteren was dat we ook een Poppenkastmiddag vierden’.
Voor De Toet’nbloazers is het inmiddels overigens de achtste keer dat de middag op de carnavalsagenda staat. Toch zit er deze keer een extra laklaagje overheen: de vereniging bestaat immers 55 jaar en dat is overduidelijk in het motto van hun jonge hoogheden te horen: ‘Jong, onwies en maf… dit jubeljoar geet 't dak eraf’.
Vanaf 13.15 uur kwamen de eerste carnavalisten al binnen. En voorgereden met touringcars, zelfs een dubbeldekker, of zoals De Toet’nbloazers, Melbuulkes en Angorageiten… gewoon op de fiets. Allemaal geven ze acte de présence. Ook de grootste Twentse verenigingen, waaronder De Blaanke Boeskeulkes uit Oldenzaal, De Gaffel Oaskes uit Losser en De Windbuul’n uit Hengelo zijn - natuurlijk - van de partij. Carnaval vier je immers samen. (CT/MK)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.