Qua infrastructuur was er in Twente in de 19e eeuw aanvankelijk alleen vervoer per kar, paard en wagen en vervoer over water mogelijk. Dat veranderde in 1865, toen Borne, na lang politiek en parlementair touwtrekken, een eigen spoorwegverbinding kreeg, die deel uitmaakte van de lijn Almelo-Salzbergen, de eerste grensoverschrijdende spoorlijn in Twente, 55 km lang. Een terugblik…
Het gemeentebestuur, aangemoedigd door plaatselijke ondernemers als Ten Cate, Dikkers, Spanjaard en Stork stond van meet af aan achter de ontwikkeling van het railverkeer in deze regio. In de raadsvergadering van 2 december 1857 werd burgemeester en wethouders opgedragen bij het rijk adhesie te betuigen aan een ingediend concessieverzoek. Dat gebeurde middels een schrijven aan Koning Willem III, evenwel zonder direct resultaat. De Spoorwegwet van 1860 van het kabinet Van Hall-Van Heemstra maakte het mogelijk dat ook particulieren een concessie-aanvraag konden indienen. Op 29 april 1861 deed Almeloër E. Dull met succes zo’n verzoek voor de aanleg en exploitatie van de lijn Almelo-Salzbergen. In Borne had het nog heel wat voeten in de aarde voordat de raad op 24 mei 1861 kon instemmen met de plannen tot deelname aan deze lijn.
De eerste proefrit over het gehele traject vond plaats op 27 september 1865. Op maandag 2 oktober 1865 volgde de officiële opening van de spoorlijn door minister Thorbecke. De lijn, geëxploiteerd door de Staats Spoorwegen (SS), was, naast aanvoer van grondstoffen en afvoer van producten, vooral bestemd voor de aanvoer van steenkool voor de Twentse textielindustrie.
Station
Naast de spoorlijn verrees in hetzelfde jaar een stationsgebouw, dat uniek was voor Nederland, omdat het naar Duits model was gebouwd, opgetrokken in bruinrode baksteen met vele versieringen. Het karakteristieke gebouw bestond uit een hoog middendeel met een puntgevel en had twee vleugels, die echter niet even groot waren. Eén deed dienst als wachtkamer, de andere als goederenloods. De stationschef woonde boven. Het opvallende aan het gebouw was, dat de vensters en de deurpanelen van de goederenloods waren vervaardigd in een aan de neogotiek verwante stijl en dat de overige vensters en deuren de kenmerken van de rondboogstijl (romaans) vertoonden.
De aangebouwde uitbreiding van één vleugel in 1882 maakte het gebouw er niet mooier op. De andere vleugel werd in 1888 ingericht als wachtkamer eerste en tweede klas. Later is het gebouw bijna geheel wit gepleisterd. Ter verfraaiing van de omgeving werd veel gedaan aan groenversiering zoals bloemperken en bloembakken. Dat trok veel aandacht. De ANWB verbond er zelfs jaarlijks een wedstrijd aan. In 1926 viel Borne in de prijzen en werd door een deskundige jury onderscheiden met het ‘diploma 1e klasse met verguld zilveren medaille’.
Sloop
Begin jaren zeventig is ervoor gepleit om in het Monumentenjaar 1975 het Spanjaardcomplex aan te wijzen als archeologisch monument en in dat kader voor behoud van het station, omdat de spoorwegen in de historische ontwikkeling van Spanjaard en de Twentse industrie in het algemeen van niet te onderschatten belang is geweest. In dat jaar werd een aantal NS-stations op de monumentenlijst geplaatst, maar niet één Twents station werd opgenomen. Sterker nog, Borne werd met sloop bedreigd. Motivatie NS: ‘Ondoelmatig gebouw met veel achterstallig onderhoud. Presentatie van het gebouw is slecht en aan de voorzijde niet uitnodigend. Samen met de aangebouwde goederenloods lijkt het geheel op een matig onderhouden schuur. De gevels van het gebouw zijn lek, vervanging van het metselwerk noodzakelijk’. In dat advies werd voorgesteld om het gebouw af te breken en in plaats daarvoor een soort container (‘Fort-cabine’) met fietsenstalling te plaatsen.
Acties
Het protest uit de bevolking was niet massaal. Een spontaan geformeerde actiegroep ‘Behoud het station’ haalde 2.500 handtekeningen op. Daarnaast heeft met name carnavalsvereniging De Vrijbuiters zich destijds sterk gemaakt om het oude stationsgebouw voor Borne te behouden. Maar bovenal ontbrak het aan bestuurlijke daadkracht. Weer ging een uniek gebouw verloren. Dankzij die lokale druk heeft de NS alsnog besloten om een écht stationsgebouw te plaatsen, één van het type Beilen naar een ontwerp van architect Ir. C. Douma, gebouwd door aannemersbedrijf Holtkamp uit Bornerbroek. Op 12 mei 1976 werd het officieel geopend.
Halte 9
Drie kilometer verderop aan dezelfde lijn stond, pal aan de overweg in de Lidwinaweg, Halte 9, een klein stationsgebouw in Zenderen, gelegen tussen de kloosters en het Retraitehuis (Zwanenhof). Deze spoorweghalte werd in 1888 op verzoek van de Zenderense bevolking gebouwd. Het station bestond uit een wachtkamer, bloklokaal met wachtruimte en een retiradegebouwtje (toilet) inclusief perron. De wachtkamer werd geschonken door de paters Karmelieten.
Bij deze stopplaats mocht een trein enkel kort stoppen. Het verschil met een station is dat een halte geen bediende seinen en wissels had. Bij de halte werd een wachthuis gebouwd, daarin woonde de baanwachter, waarschijnlijk annex overwegwachter en blokwachter. Hij inspecteerde regelmatig de baan voor en na het passeren van een trein. De blokwachter moest de communicatie tussen de wachtposten onderhouden om de veilige doortocht van treinen op een vrije baan (zonder wissels) te bewaken. Deze werd verdeeld in blokken, in één blok kon hooguit één trein rijden. Een andere wachtpost stond o.a. aan de Zeilkerweg (nr. 8). Jan Hendrik Elzink was de langst functionerende haltechef.
’Stopt alleen op verzoek’
Bij het ‘stop station’ stopten per 1 juni 1888 voor het eerst treinen, dat wil zeggen; stopten op tijdig verzoek. Bij het instappen in Almelo of Hengelo moest men tijdig de conducteur waarschuwen. Sneltreinen uit Deventer reden door tot Borne. Reizigers voor Zenderen konden hier de trein richting Almelo nemen en de conducteur waarschuwen dat men in Zenderen wilde uitstappen. Later werd er hoofdzakelijk nog gestopt voor bezoekers van het Retraitehuis. De halte werd gesloten op 5 mei 1941 omdat het zijn oude functie had verloren. Helaas is ook dit karakteristieke gebouw eind jaren zestig gesloopt.
Herbouw
In 2012 waren er plannen om het beeldbepalende station in de omgeving van de oorspronkelijke plek te herbouwen onder de naam `t Halt 9, verwijzend naar het nummer van het station. De nieuwe functie moest educatief worden met een hoogwaardig cultuurhistorisch karakter. De gemeenteraad ging echter niet akkoord met de door het college van burgemeester en wethouders voorgestelde herziening van het bestemmingsplan voor het buitengebied die deze herbouw mogelijk moest maken. In hoogste instantie werd dat bevestigd door de Raad van State. (HN)
Bronnen: ‘Groeten uit Borne’, G.P. ter Braak en H. Noordhuis,1992, Oldenzaal; Het Utrechts Archief; Stationsweb.nl; ‘Borne, schakel in de oudste spoorlijn van Twente’, F.J. van Capelleveen. Foto’s: gemeentearchief Borne
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.