Het kerstverhaal moest naar eigen zeggen levend in zijn parochie staan, zodat de parochianen konden zien hoe het begin van ‘hun verlossing’ eruitzag. Zo zag zielenzorger Veeger in 1958 de bouw van een kerststal in Hertme voor zich. Het kerstverhaal, Jozef, Maria en Jezus in een kribbe, moest tot leven worden gebracht met levende dieren en levensechte poppen. De stal, aanvankelijk een paar Saksische schuren, staat er nu al 64 jaar tegen de beschutting van de in 1902 gebouwde kerk van de H. Stephanus. In de periode voor Jezus geboortefeest, ontkom je niet aan het ultieme kerstgevoel als het ‘Nu seit Wellekome’ klinkt. De pastoor wijdde er al zijn artistieke gaven aan. Wie was deze cultuurminnaar?
Naar Hertme
Pastoor Johannes Ignatius Veeger werd op 3 september 1891 in Groningen geboren en was 24 jaar toen hij in Utrecht tot priester werd gewijd. Na Appingedam en Lobith presenteerde hij zich op zondag 6 april 1952 aan zijn parochianen in Hertme. Ruim 20 jaar diende hij zijn schapen, die hun Heeroom, zoals hij graag genoemd wilde worden, karakteriseerden als beminnelijk, sterk, ietwat autoritair, van de oude stempel, maar een man met zakelijk inzicht, een vooruitziende blik en bijzondere talenten. Grote liefhebberijen, naast zijn herderlijk werk, waren onder andere schilderen en boetseren. Maar hij zal vooral herinnerd worden als de man die Hertme zijn openluchttheater en kerststal gaf.
Oude etalagepoppen
Heeroom maakte niet alleen de plannen voor de inrichting van de stal uit het Kerstevangelie, hij voerde ze voor een groot deel ook zelf uit. In zijn werkkamer begon hij aan de schepping van de open kribbe. Hij boetseerde in klei de koppen en handen van de hoofdrolspelers, 23 in totaal. Daarover vertelde hij; “Een herderskop maak ik in één avond. Je hebt in je hoofd een herderstype, de een geef je een uitdrukking van bewondering, een ander van verbazing en weer een andere van onverschilligheid. Dan krijg je een bepaalde combinatie. Handen maken is minutieuzer.” Nadat deze klus was geklaard, werden zijn creaties in een oven gebakken door een steenbakker in het net over de grens gelegen Ochtrup. Toen hij met de koppen en handen weer naar huis ging, vroegen douanebeambten of meneer pastoor soms nog iets had meegebracht. Na opening van de kofferbak wisten de verbouwereerde grenscontroleurs aanvankelijk niet wat ze zagen, maar konden er, na uitleg, wel om lachen.
Wat volgde was de montage van de lichaamsdelen op etalagepoppen. Deze had hij voor een habbekrats op de kop kunnen tikken bij Peek & Cloppenburg in Den Haag. Voor montage werden deze bijgeboetseerd en verzaagd om ze in de gewenste standen te kunnen zetten. Daarvoor moest, na enig buigwerk, het nodige draadwerk worden gesoldeerd om het gehaal passend te maken. Ook dat deed de pastoor eigenhandig, al leidde het niet altijd tot het gewenste resultaat. Naar zijn zeggen deden aanvankelijk de houding van sommige figuren wat stijfjes aan. Tot slot werden de beelden met kleren bekleed uit de garderobe van zijn openluchttheater.
Kerstspel
De liefde voor het toneel, hij was de grondlegger van de eerste passiespelen in Hertme, bracht Veeger ertoe om op tweede kerstdag 1960 voor de stal een kerstspel te laten opvoeren door toneelgroep ‘De Gildebroeders’ uit Hengelo. Een gezelschap, bestaande uit acht acteurs, dat hoofdzakelijk in regionale cafés en parochiezaaltjes speelde. Het arriveerde die avond per woonwagen in Hertme. Op het programma stond het spel ‘Kermisvolk op Kerstmis’ van Henri Ghéon, handelende over een groep zigeuners, een komediantengroep, die de nacht wilde doorbrengen op een marktplein in een dorp en tevens de nachtmis wilde bijwonen. Het is gebaseerd op het verhaal van Koning Melchior, één van de heilige drie koningen.
Onder één dak
De kerststal werd zo’n eclatant succes, dat de pastoor al snel besloot het verder uit te breiden. Nodig ook om zijn creaties een droog onderkomen te bieden. Aanvankelijk stond de aangeklede kerstgroep namelijk in weer en wind buiten en moesten plastic hoezen bescherming bieden. Hij kon het niet langer aanzien dat zijn creaties uit Lukas 2 in regen, sneeuw- en hagelbuiten ten onder zouden gaan. Zo gezegd, zo gedaan. De bekende regionalist, bouwmeester en architect Jan Jans uit Almelo maakte het ontwerp en onder regie van onze eerwaarde werd in 1961 een permanente kerststal gebouwd. Voor deze Saksische creatie werden uit alle hoeken van Twente bouwmaterialen aangevoerd en werd er door plaatselijke timmerlui eikenhout in vertimmerd uit historische boerderijen. De kerstgroep had een prachtig decor gekregen. De stal is in 2005 geheel gerestaureerd.
Over enkele dagen is het wéér kerst en dus zijn in Hertme alle kerstfiguren opnieuw uit hun schuilplaats tevoorschijn gekomen. De stal is ook na 64 jaar nog een grote trekpleister voor jong en oud. Ze komen voor de sfeer, het kerstgevoel vol welbehagen, al valt dat niet mee in een wereld die zich grimmiger dan ooit lijk te verdelen. Daarom maar blijven dromen van vrede op aarde, ook na Kerstmis. (HN)
Bron: ‘De Tijd en Maasbode’ 23.12.1961; Gemeentearchief Borne; Heemkundegroep Hertme
De exacte openingsdagen en -tijden van de kerststal in Hertme vind je in onze Agenda.
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.