Het is ambitieus, de spraakmakende plannen voor een sport- en onderwijscomplex, het paradepaardje dat in Borne al ‘Klein Papendal’ wordt genoemd. Het huidige Wooldrik moet de komende jaren stapsgewijs uitgroeien tot een multifunctioneel complex met onder meer een zwembad, sporthallen, overdekt beachvolleybalveld en een onderwijsvoorziening. Of het inderdaad ook zover komt, is allemaal nog maar de vraag in deze onzekere tijden. Gelukkig is projectdeel 1, de renovatie van het zwembad, inmiddels afgerond.
Tegenwoordig zwemmen we vooral om gezondheidsredenen en als recreatievorm in goede accommodaties. Begin vorige eeuw waren dat vaak stukken afgezet water, waar men enigszins op een ‘schone manier’ kon zwemmen. Er was behoefte aan meer regulering van zwemplekken. Ook in Borne. Waar zocht men hier verkoeling als het warm was?
‘Gréént’n koel’
Toen in 1862 begonnen werd met de aanleg van de spoorverbinding Almelo-Salzbergen (Dld), via Borne, was er grind nodig voor de baanverharding. Daarvoor werden hier en in Zenderen gronden aangekocht en zo ontstonden er drie grote ontgrondingskuilen, één aan de Letterveldweg (hoek Hazelaarstraat) en twee erachter. Het terrein was eigendom van Hendrik Rierink, zeepfabrikant alhier.
Op initiatief van dr. Stomps (sr.) kwam er in augustus 1909 een groep belangstellende burgers bijeen in hotel ‘De Keizerskroon’ om te brainstormen over de mogelijkheden tot oprichting van “eener kleine bad- of zweminrichting”. Op 21 oktober werd daarvoor een plan ontvouwd en voorgesteld de ‘Greent’nkoel’, waarin overigens al een hele tijd werd gezwommen, als badgelegenheid geschikt te maken. Na reiniging en uitdieping van de kolk zou een bassin ontstaan van 90x28x1 meter (lxbxd), een inhoud van bijna 2 miljoen liter water.
”Het zelfreinigend vermogen van deze hoeveelheid en de weliswaar geringe stroming, is voldoende sterk om verontreiniging ervan te voorkomen”, zo werd verondersteld. Met het schoonmaken, uitdiepen en afwateren, alsmede het plaatsen van 10 badhokjes, was een bedrag f 750,- gemoeid. Voor het ophoesten van dit bedrag zou een renteloze lening worden aangegaan. De jaarlijkse aflossing moest worden betaald door de leden van een nog op te richten vereniging. De animo was niet groot, het plan kwam niet van de grond en daarmee was het initiatief van dr. Stomps voor een schonere en veiliger zwemgelegenheid van de baan.
De kolken, die later ook gebruikt werden als vuilstort voor de gemeente en Spanjaard, werden in 1938 aangekocht door de vader van aannemer Ellenbroek. In het omliggende terrein liet hij driftig hakken en snoeien, een werklozenproject. Boomstobben en snoeihout werden er met paarden uitgesleept en in de kuilen gestort. Na egalisering zaaide hij er rogge en haver. Uiteindelijk werden de kolken in 1967 weer leeggehaald toen de gemeente ze aankocht voor woningbouw.
‘Heidelberg’
In 1928 liet H. Liedenbaum door aannemer Jan Leurink een theehuis bouwen aan de Bornerbroeksestraat, ‘Heidelberg’, het huidige Pannenkoekenhuis. Achter het pand werd toen al gezwommen in een in 1923 uitgegraven kuil. Het zand, gewonnen door lorries, voortgetrokken door paarden, werd o.a. gebruikt voor de bouw van de ‘boterfabriek’. Zwemmen mocht met toestemming van de eigenaar, op het entreebewijs stond vermeld dat zwemmen voor eigen risico was. In 1928 werden badhokjes geplaatst aan de plas, die een afmeting had van 100 x 47,50 meter, met een diep gedeelte van 3.30 meter en een ondiep gedeelte van 1 meter. De watervoorziening bestond uit welwater.
Pas op 24 april 1934 vroeg Liedenbaum aan het gemeentebestuur om het als zwemvoorziening te mogen exploiteren. Die vergunning werd op 11 mei 1934 verleend onder een aantal voorwaarden. Gemengd zwemmen was verboden en er moest in het diepe gedeelte altijd een reddingsboei zichtbaar zijn opgehangen. Daar moest ook, voor noodgevallen, een boot liggen, plaats biedend aan vier personen.
Op 14 juni werd het zwembad officieel geopend. Het bad werd geleid door de heren Van Assen en Bonke, die het van Liedenbaum hadden gepacht. De Bornse Courant meldde nog dat de heren een zwemdiploma hadden en een kundige badmeester hadden aangesteld. De gemeente kocht het bad in 1955, Liedenbaum bleef eigenaar van het theehuis. Twee jaar later werd gemengd zwemmen toegestaan. In de zomer van 1962 was de Nederlandse zwemploeg te gast op doorreis naar een landenwedstrijd in Oost-Duitsland. Daarvoor werd het bad met een extra 50 meter baan uitgebreid. In de zomer van 1967 werden voor de derde keer sinds de openstelling meer dan honderdduizend bezoekers geregistreerd.
Iets verder werd op 18 december 1971 een nieuw overdekt zwem- en instructiebad officieel in gebruik genomen. Het stond op de plek waar nu ‘Kids City’ is gevestigd. Daarnaast kreeg Borne in 1977 een prachtig buitenbad, dat in 1999 werd gesloten om plaats te maken voor woningbouw. In hetzelfde jaar werden de werkzaamheden voor een nieuw overdekt bad door aannemer Kuipers afgerond. Een zwembad wordt vaak gezien als een vanzelfsprekende voorziening in een gemeente, ondanks dat ze geen sluitende begroting hebben.
De bouw van het nieuwe bad werd daarom als juiste moment gezien om de privatisering van het beheer en de exploitatie nader te onderzoeken, onderdelen die konden worden overgenomen door een commerciële partij. Begin 1999 stemde de gemeenteraad in met privatisering door middel van uitbesteding. De gemeente blijft eigenaar van het bad. Sedert 1 december 2006 is Laco de beheerder en exploitant. Hopelijk kan het, nu de renovatie is afgerond, een belangrijke rol blijven spelen in de lokale sportinfrastructuur. (HN)
Bron: 'Groeten uit Borne', G.P. ter Braak, H. Noordhuis, Oldenzaal 1992. Foto’s: D. de Graaf, beeldbank gemeentearchief Borne. Met dank aan Jos Moorman en Han Vlieghuis
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.
Maar de kaartjes moeten wel betaalbaar blijven, ook voor gezinnen die het niet zo breed hebben!
Zwemplezier voor iedereen.