Toen de heer Wolbers las dat enkele gemeenten in Twente de graven van overleden KNIL-militairen de status van eeuwig graf gaven, wist hij direct wat hem te doen stond: een verzoek bij de gemeente Borne indienen om de twee graven van KNIL-militairen in het Gedenkpark Borne ook die status geven. Behalve zijn schoonouders, de heer en mevrouw Nikijuluw, ligt daar ook de heer Pattimahu begraven.
Werken bij Spanjaard
Deze beide mannen hebben gediend in het KNIL, het Koninklijk Nederlandsch-Indië Leger. Beiden zijn in mei 1951 met hun gezin op respectievelijk de Asturias en Groote Beer in de Amsterdamse haven aangekomen. Na vaccinatie in Kamp Amersfoort en een verblijf in Kamp Schattenberg, het voormalige Kamp Westerbork, en nog vele omzwervingen zijn beide gezinnen in Borne beland, waar de mannen gingen werken in de fabriek van Spanjaard. Daar kregen ze al snel een leidende positie in de fabriek.
Beide gezinnen woonden in eerste instantie in de Duivenstraat. De familie Nikijuluw is later verhuisd naar de Von Bönninghausenstraat. De familie Pattimahu is in de Duivenstraat blijven wonen, echter is contact met hun dochter die naar Hengelo (Overijssel) verhuisde na het overlijden van haar moeder verloren, maar ook zij is inmiddels overleden.
De heersende opvatting in Molukse kringen is, dat deze soldaten van het KNIL net zo goed soldaten van Oranje zijn. Steeds meer gemeenten in Nederland erkennen dat door de graven van deze mensen als oorlogsgraven te behandelen. En om die reden heeft ook de gemeente Borne op 23 mei van dit jaar de beslissing genomen deze graven eeuwigdurend te maken. Iets waar de heer Wolbers, zijn vrouw en overige familie heel erg blij om zijn. (HvR)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.