Ho ho ho’, klonk het zondagmorgen met enige regelmaat in Oud Borne, waarna de commando’s al snel werden overstemd door het getrappel van vele paardenhoeven op de kleine kasseitjes. Het is de dag van de ‘Coach meeting’, georganiseerd door de Amsterdamse vereniging ‘Hoofdstad Aanspanning’. Een toertocht met maar liefst veertien coaches (postkoetsen) die alle worden voortgetrokken door vier paarden. De toertocht begon bij Paardenstal De Hemmelhorst en loopt vandaar via De Meijershof en kasteel Twickel om ten slotte bij hotel-restaurant Jachtlust in Hertme te eindigen.
‘Een prachtige sierrit’
Jack Marks en Herman Ravesteijn, bestuursleden van de vereniging, vertellen vol trots over hun activiteit. “Maandelijks organiseren we voor onze leden - en dat zijn er al gauw zo’n 250, afkomstig uit heel Nederland - ritten in het land. En zo doen we nu ook Twente aan. Een prachtige sierrit van zo’n 30 kilometer, de animo om deel te nemen is groot.” Ondertussen zijn ze op De Meijershof druk in de weer de eerste koetsen te kunnen ontvangen. De appeltaart wordt aangesneden, het borreltje ingeschonken en ook al het andere, inclusief een tot toiletwagen omgebouwde trailer, wordt in gereedheid gebracht voor de korte Bornse tussenstop.
Als even later ook de Blattbloasers, een jachthoornblaasgroep uit Twickel, is gearriveerd, kan het allemaal van start. En dat gebeurt dan ook, want al snel komt de eerste coach via de rotonde Bonte Koe Oud Borne binnenrijden om vervolgens het pad naar De Meijershof in de slaan. Even lijkt het alsof de laaghangende takken een blokkade gaan vormen voor de hoeden van de hoog zittende koetsier en zijn passagiers, maar geroutineerd en met een grote glimlach nemen ze alle hindernissen gemakkelijk.
Gekocht op een veiling in Engeland
Gerrit Deen uit Enkhuizen is een van de koetseigenaren. Met een voldane blik aanschouwt hij de pauzeplek en werpt ondertussen een kritische, maar goedkeurende blik op de viervoeters en vaak prachtige koetsen. “De mijne is uit 1880, ik hem ‘m op een veiling in Engeland kunnen kopen. Het is een echte postkoets, de zogenaamde roadcoach. Je hebt ook private coaches, waarbij in het onderste deel van de koets geen ramen zitten. Die ruimte was vroeger bestemd voor het personeel, dat hoefde immers niet naar buiten te kijken. Prachtig hè.”
Voor Deen is zijn liefhebberij een vanzelfsprekendheid geworden. “Je hebt mensen die van antieke auto’s houden. Nou, ik hou van koetsen. Het kost wel veel tijd aan onderhoud en zo, maar je krijgt er zoveel voor terug. Het is mijn kindje. En bovendien: ik ben inmiddels 80, maar wil wel 130 worden. Nou, dan moet je plezier maken.”
Als een uurtje later alle aanspanningen hun route weer hebben vervolgd, rest voor de bestuursleden nog het schoon achterlaten van de gebruikte pauzeplek. Geroutineerd wordt met een strontschep en kruiwagen alles bijeengeveegd. “Zo hoort het toch?”, zeggen ze in koor. “We waren hier te gast en willen heel graag nog eens terugkomen.” (RH/AJ/BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.