Op zondag 3 april aanstaande trekken Britse en Canadese oorlogsvoertuigen van Keep them Rolling de Brinkstraat in waar een uitzinnige mensenmassa de zo lang verwachte bevrijders een warm welkom bereidt. Tussen hen ook de jonge Max van Trommel, een Scheveninger, die ondergedoken is in Saasveld. Samen met zijn vriendjes Alfons en Bennie komt hij een kijkje nemen naar de bevrijders en de festiviteiten in het naburige dorp.
‘Een band voor het leven’
De bovenstaande regels vormen een beknopte samenvatting van een van de scenes uit het script dat de filmmakers Hans Mulder uit Borne en Jan Kolner uit Hertme hebben geschreven voor de verfilming van het boek ‘Een band voor het leven’. Het boek vertelt het indringende oorlogsverhaal van de Joodse Max, die als 8-jarige moest vluchten voor de nazi’s. Samen met zijn ouders nam hij de wijk naar het oosten van ons land om daar onder te duiken. Onder andere met hulp van de Bornse dokter Stomps vonden ze in 1942 onderdak bij de familie Hofsté in Hasselo en negen maanden later bij de familie Geerdink in Saasveld.
De nu 89-jarige Max en inmiddels Rotterdammer heeft zijn jaren in Twente nooit vergeten. Hij hielp er mee op de boerderij, ging mee naar de kerk en bouwde een hechte band op met zijn gastgezinnen. Sterker, na de oorlog wilde hij eigenlijk helemaal niet terug. Er was een band voor het leven ontstaan. En tot op de dag van vandaag is zijn hang naar Saasveld gebleven.
Grote zoektocht
“Het is een prachtig verhaal dat zich uitstekend laat verfilmen”, aldus een dolenthousiaste Mulder en Kolner. ”We zijn ervan overtuigd dat de film straks op scholen veel gespreksstof kan opleveren tijdens de lessen geschiedenis en maatschappijleer. Maar ook in de filmzalen zal het verhaal indruk maken.” Voor beide amateur-filmmakers is het niet de eerste productie die ze samen vervaardigen. In 2018 realiseerden ze ‘Nooit verteld’ en twee jaar later ‘Lina’. “We maken het onszelf niet altijd even makkelijk, want we streven echt een hoge mate van perfectie na. Het moet allemaal kloppen. Het verhaal, de materialen, de entourage en ook de kleding. Daarbij letten we op de kleinste details. En dat vergt vaak een grote zoektocht”, vertelt Mulder.
Een jaar geleden zijn ze al begonnen met de voorbereidingen. Mogelijke locaties en veel attributen zijn gezocht en al gevonden. Zo kwamen ze onder andere uit bij het Oorlogsmuseum in Overloon, waar ze geschikte Duitse militaire voertuigen vonden, speelt een oude stoomtrein met rijtuigen en het treinstation van Museum Buurtspoorweg in Haaksbergen een rol en verleent de Synagoge in Enschede haar medewerking. “Maar daarmee zijn we er nog niet”, verzucht Kolner, “want ook zoeken we bijvoorbeeld nog oude auto’s, fietsen en handkarren, een kar met melkbussen, oude stopcontacten, een fiets carbidlamp, serviesgoed en oude agrarische werktuigen die we tijdens de filmopnames mogen gebruiken.”
Medio 2023 in première
En dan zijn er nog de mensen die een figurantenrol willen spelen. Mulder: “We hebben veel mensen nodig, jong en oud, die allemaal in kleding uit de oorlogsjaren gestoken moeten worden. Een enorme klus, maar geweldig mooi om te doen. De eerste opnames in Rotterdam met Max zitten er inmiddels op, nu werken we toe naar het vervolg in deze regio. Hopelijk spelen de coronaversoepelingen ons daarbij in de kaart en kunnen we alle geplande scenes dit jaar op film vastleggen.” Het plan is de nieuwe film medio volgend jaar in première te laten gaan. (AJ/BM)
Meer informatie: heemkundehertme@hotmail.com en Hans Mulder (06 2482 0480)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.