Zo’n tweeëneenhalf jaar geleden opperde Herman Ellenbroek het idee om bij gelegenheid van het 55-jarig bestaan van De Toet’nbloazers met een dweilorkest te starten. Een al veel langer gekoesterde wens van de oud-Prins. “Ik kom zelf uit een gezin waar alleen maar over voetbal werd gepraat, dus nou ja, dan wil je weleens wat anders”, zegt ‘ie lachend en verontschuldigend. Kort en goed, hij stak zijn voelhoorns uit en nu, aan de vooravond van een nieuw jubileumjaar, speelt hij met nog veertien andere muzikanten bijkans de pannen van het dak in de nieuw geformeerde blaaskapel ‘Mangs löpt aans’.
Het plezier spat eraf
Donderdagavond, op de elfde van de elfde, is er een kleine voorpremière in de Carnahal, waar nijver wordt gebouwd aan de carnavalswagens voor de komende optocht. Zes nummers hebben ze inmiddels op hun repertoire staan, van Überall auf der Welt en Postkoets tot Herzilein en Over and out. En natuurlijk, er zijn nog wel enige haperingen te horen, maar im Grossen und Ganzen klinkt het gewoon als een klok en spat het plezier eraf bij het vijftiental. Om nog maar te zwijgen van dirigent Frits Pol, die zo af en toe springend en zwaaiend de nodige aanwijzingen geeft.
“We komen inderdaad van ver”, vertelt Ellenbroek. “De vereniging was in het begin nogal sceptisch. Er waren immers al eerdere initiatieven ontplooid in deze richting, maar zo enthousiast als er werd begonnen, zo snel strandde het ook weer. Dit keer pakten we het serieuzer aan.” Zelf ging Ellenbroek, die geen noot kon lezen, destijds te rade bij René Wiggers, die hem adviseerde met een saxofoon te beginnen. Bij het Stedelijk Orkest volgde hij zes lessen voor 6 euro en zo rolde hij er een beetje in. Niet lang daarna wist hij zijn enthousiasme over te brengen op nog drie carnavalsleden, waarmee de basis was gelegd.
Wereldvreemd
Een basis die alras uitgroeide tot 15 amateurmusici waarvan meer dan de helft nog nooit een instrument in zijn of haar handen had gehad, laat staan een muzieknoot kon lezen. Een handvol spelers had slechts enige ervaring bij andere orkesten. Allemaal gingen ze vervolgens op muziekles en dirigent Frits Pol werd aangetrokken om hun prestaties verder te verfijnen. Ook voor hem een volledig nieuwe ervaring. “Ik ben dan weliswaar een afgestudeerde muziekdocent, speel in binnen- en buitenland saxofoon en klarinet, maar carnavalsmuziek… nee dat was voor mij ook wereldvreemd.”
Pol: “In het begin speelden we muziekstukjes van het jeugdorkest. Je begint dus helemaal onderaan en probeert spelenderwijs een stap verder te komen. Maar het is gewoon hartstikke leuk”, zegt hij met een glinstering in zijn ogen. “De sfeer in de groep is geweldig, iedereen doet zijn uiterste best, er is veel begrip voor elkaar en ze jutten elkaar mooi op. Ik ben ervan overtuigd dat dit orkest potentie heeft.”
Muzieknoten
Ellenbroek hoort het glimlachend en met gepaste trots aan. “Kortgeleden speelden we bij wijze van proef op een feestje van de ex-Prinsen en -Adjudanten. En met redelijk succes zelfs! Maar we zijn er natuurlijk nog lang niet. Iedereen heeft privéles en we hebben de muzieknoten nog onder handbereik. Want die kunnen we inmiddels lezen. Echt uit het hoofd spelen zonder bladmuziek is nu nog een stap te ver, maar dat komt allemaal wel. Voorlopig staan we er in elk geval.” En dat doen ze dan tijdens het opkomstweekend van de nieuwe Prins en -adjudant én de nieuwe Jonkheer en Jonkvrouw op 26 en 27 november. De speciaal door Josje Esseveld vervaardigde tenues, natuurlijk passend in de sfeer van carnaval, maken hun muzikale aftrap compleet. (BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.