Openingen van kunstexposities verlopen in de regel volgens een vast stramien. De start van de expositie ‘Textiel in beweging’, die zaterdagmiddag plaatsvond bij het Koetshuis (naast het Kulturhus) vormde hier echter een verrassende uitzondering op. Daarvoor verantwoordelijk waren Yvonne Denekamp en Marie-jozé Soppe, die hun stoffenkunst lardeerden met optredens van vijf blazers van de Euregio Brassband, een verrassende performance met modellen die de stoffen showden én enkele lokale dichters die voor een poëtisch intermezzo zorgden.
Wethouder Martin Velten, die de officiële opening voor zijn rekening nam, werd dusdanig geïnspireerd door deze mix van kunst- en cultuuruitingen, dat hij het kunstcollectief uitnodigde voor een gesprek over een mogelijke continuering en inbedding in het sociale domein.
Twentse plattelandskleding
Textiel in Beweging is voor beide kunstenaars de tweede expositie dit jaar. Eerder al verfden ze stoffen met speciaal daarvoor gekweekte inheemse planten. “Duurzaamheid vinden we belangrijk in dit proces”, aldus Yvonne, “en daarom ook hergebruikten we bijvoorbeeld lakens, damasten tafelkleden en spreien.” In de kersverse expo komen de stoffen tot leven in vijf verschillende creaties, die zijn gebaseerd op authentieke historische Twentse plattelandskleding. “Een evolutie van stroatrok, noadzak en borstrok, waarin gebruik is gemaakt van oude textiel- en handwerktechnieken.”
De vijf creaties werden voor deze gelegenheid geshowd door evenzovele modellen en kwamen bij verrassing op na een muzikale aftrap door de Euregio Brassband. Daarna was het wethouder Martin Velten die in zijn openingswoord het belang van kunst en cultuur nog eens onderstreepte. “Het kleurt ons leven en draagt op allerlei gebied bij aan de sociale verbinding tussen mensen. Je kunt het dan ook niet los zien van het sociale domein in onze gemeente. Het speelt er een wezenlijke rol in en graag ga ik met de leden van het kunstcollectief in gesprek om hier meer handen en voeten aan te geven.”
De noadzak
Vervolgens was het Yvonne Denekamp zelf die een gedetailleerde toelichting gaf op de kleding die de vijf modellen droegen. Model Maja bijvoorbeeld droeg een antracietkleurige stroatrok. “Deze werd normaal over meerdere rokken gedragen”, aldus Yvonne. “En als een vrouw op staat liep kon ze de achterkant van haar rok over haar hoofd heen trekken, in de hoop niet herkend te worden.” Ze vertelt dat op de stof, die is geverfd met eikels, monogrammen zijn geborduurd zodat de eigenaar haar eigen rok kon herkennen als ‘ie op de bleek te drogen werd gelegd. “En dan de noadzak, de voorloper van een zak in een kledingstuk. Vrouwen mochten vroeger hun handen niet in de zakken steken”, vertelt ze gloedvol.
En zo voltrok zich een vermakelijk geschiedenislesje, dat zijn apotheose beleefde toen de modellen zich terugtrokken in het Koetshuis, waarna ze zich achter gesloten deuren van hun dracht ontdeden en deze vervolgens op vijf gereedstaande poppen drapeerden. Even later mocht de wethouder de deuren weer openzwaaien. Voor de bezoekers van de expo, die duurt tot en met 27 november, wordt het getoonde ook nog eens begeleid met speciaal daarvoor aangebrachte QR-codes. Na het scannen ervan ontrolt zich dan een audiocommentaar, foto’s en geschreven tekst. Ook is er meer te vinden op www.kunstopweg.nl.
Blij en trots
Beide kunstenaars zijn blij en tegelijk ook trots op hun tweede expo, die plaatsvindt in het kader van De Rode Draad, de Bornse projectnaam van het Textiel Festival Twente. “De Rode Draad heeft bewezen dat organisaties in Borne elkaar kunnen vinden. Onze boodschap is dan ook om dit navolging te geven en eenzelfde importantie te geven als sport. Beweging van creativiteit in de breedste zin van het woord”, zo besluit Yvonne. (RH/AJ/BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.