Begin februari 2020 begon het participatieproces ‘Wind voor Buren’. Op een zeer druk bezochte bijeenkomst bij café Platenkamp werden omwonenden en maatschappelijke organisaties uitgenodigd om mee te praten over het plan van Bert en Annemarie Kristen, Pure Energie en de coöperatie Buren Energie om twee hoge windturbines te plaatsen vlakbij knooppunt Buren. Het proces, begeleid door onafhankelijke gespreksleiders Frank Kerckhaert en Niels Bronsgeest, is inmiddels afgerond en het eindrapport is in concept klaar.
Verharding
“Het was in één woord een flop!”, meent deelnemer Henk Reef. Frank Kerckhaert vindt het deels geslaagd. “De kennis en het inzicht zijn wel vergroot en blijven ook beschikbaar, maar de acceptatie in de groep is niet veranderd. Er was geen neutraal begin en dat compliceerde het proces. Standpunten waren al ingenomen en er was eerder sprake van verharding.” Aanvankelijk meldden zich 31 mensen aan om mee te praten, maar al snel haakte er een aanzienlijk deel af. Een paar omdat corona fysieke bijeenkomsten niet mogelijk maakte, maar een grote groep uit protest. Zij waren van mening dat er helemaal geen sprake was van participatie, omdat immers de locatie en de hoogte van de windmolens al vaststond. Er bleven 19 deelnemers over, nog steeds het merendeel daarvan tegenstander.
Onduidelijkheid
“Het gaat hier om een particulier initiatief. De plek staat niet ter discussie. Zorgen en vragen werden door ons overgebracht aan de initiatiefnemers en zo goed mogelijk door hen beantwoord. Het is uiteindelijk aan hen om er iets wel of niet mee te doen. Het ging niet om draagvlak. Daarover bleef onduidelijkheid bestaan. Ik dacht dat de doelstelling helder was, maar dat bleek toch niet zo te zijn”, zegt Kerckhaert. Henk Reef vindt dat het hele proces het woord ‘participatie’ niet verdient. “We hadden de indruk dat we toch enige inspraak hadden, maar dat was absoluut niet zo. Er was een ongelijk speelveld: zij hadden de kennis, de middelen, de externe experts en zij schreven het oordeel. Ons oordeel wordt ‘nagezonden’. Ontluisterend en gênant!”
Kennis en inzicht
De bijeenkomsten spitsen zich toe op diverse aspecten, zoals inpassing, slagschaduw en geluid. De initiatiefnemers lieten onderzoeken uitvoeren op deze gebieden. Kerckhaert: “Zo is er techniek beschikbaar die vanaf ieder adres kan laten zien hoe de windmolens in beeld komen, maar ook hoeveel slagschaduw precies welk huis krijgt. Zo weet je waar je het over hebt. Wat tegenvalt is dat er blijkbaar geen techniek is die het geluid inzichtelijk maakt en dat is toch wel een aspect waar veel mensen zich zorgen over maken.” “Ja”, pareert Henk Reef, “het ging alleen maar over techniek en niet over de gevolgen voor bijvoorbeeld de gezondheid. We kregen wel informatie, maar hadden het niet over de keerzijde. Het werd allemaal afgedaan met ‘we houden ons aan wet- en regelgeving’ en daarmee was de kous af.”
Kerckhaert: “Gezondheidsrisico’s zijn niet objectiveerbaar en zijn daarom niet meegenomen. Achteraf hadden we misschien meer ruimte moeten nemen om andere experts in te roepen. Maar ja, wie had dat moeten betalen? Alle onderzoeken werden door de initiatiefnemers betaald. Wij hadden geen eigen middelen. Misschien heb ik onderschat dat hierover vanaf het begin onduidelijkheid was.”
Vraagtekens bij onafhankelijkheid
Een van de argumenten voor het participatieproces was ook het bekijken of er nog ergens ruimte in de plannen voor de windturbines zit, waarmee de omwonenden tegemoet gekomen kunnen worden. Kerckhaert vindt dat die ruimte er een beetje was. “Ze bewogen op het gebied van slagschaduw en zijn bereid meer stilstand te accepteren om de mate van slagschaduw verder onder de normen te krijgen. Maar er was geen beweging op het gebied van locatie, geluidsniveau of hoogte. Integendeel.” In het conceptrapport staat ook een opmerking over het 100 meter verplaatsen van een van de turbines. Reef: “Daarmee zouden ze ons tegemoet zijn gekomen. Maar dat is absoluut niet zo. In de allereerste documenten stond die windmolen daar al!” Volgens Reef is er in het rapport toegeschreven naar gunstige conclusies en hij is vooral boos op de procesbegeleiders Kerckhaert en Bronsgeest. “De regie was erg zwak en bijeenkomsten werden met de initiatiefnemers vooraf doorgesproken.” Hij zet vraagtekens bij de onafhankelijkheid van beide heren. “Wij waren volstrekt onafhankelijk en zijn dat ook gebleven”, verdedigt Kerckhaert. De begeleiders werden niet door het project betaald, maar vanuit een provinciale subsidie.
Het rapport over het participatieproces gaat binnenkort naar de gemeenten Hof van Twente en Borne. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning ligt er nog steeds niet. Het is aan de initiatiefnemers nu om te bepalen of ze de plannen doorzetten of niet. Kerckhaert heeft daarin verder geen rol. “Ik ga geen advies geven, want ik wil mijn rol zuiver houden.”
Reflectie
Terugkijkend op het proces zegt Kerckhaert wel een aantal lessen geleerd te hebben. “Het is iets nieuws om zoiets gevoeligs als windmolens zo goed mogelijk met de omgeving te bespreken. Het roept emotie op en dat snap ik ook. Het enige dat we kunnen doen is kennis vergroten en hopelijk in de toekomst ook een reëel beeld geven over geluid.” Hij heeft geen spijt dat hij aan het proces is begonnen, maar heel trots is hij er ook niet op. “Nee, het is ons niet gelukt om een goede sfeer te krijgen in de groep.”
Voor Henk Reef had het niet veel uitgemaakt, daar is hij eerlijk in. “Ik was tegen en blijf tegen, vanwege vooral de locatie en de hoogte. Geen enkel ander participatieproces had daarvoor iets uitgemaakt.” Kerckhaert vond het een leerzaam proces en zou wel opnieuw zoiets willen begeleiden, maar dan vooraf meer energie steken in de kaders van het proces. (AJ/BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.